Op 1 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift tot opheffing van beslag op een Apple Ipad en een Apple Iphone. De klager, geboren in 2005, had verzocht om de teruggave van zijn apparaten, die in beslag waren genomen op 12 juli 2023, omdat er kinderpornografisch materiaal op was aangetroffen. Tijdens de behandeling op 18 oktober 2023 was de klager niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. A.I. Cambier, pleitte voor de teruggave van de apparaten. De officier van justitie, mr. S. van der Wilt-Withfield, stelde echter dat het beslag gehandhaafd moest blijven, gezien de ernst van de aantijgingen en het feit dat de strafrechter waarschijnlijk de verbeurdverklaring van de apparaten zou bevelen.
De rechtbank overwoog dat het beslag was gelegd op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering en dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen opheffing van het beslag. De rechtbank benadrukte dat het onderzoek in raadkamer summier van aard is en dat het niet aan de rechter is om in te gaan op de mogelijke uitkomst van een hoofdzaak. Gezien de aard van de aangetroffen inhoud op de apparaten, oordeelde de rechtbank dat het niet hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later de verbeurdverklaring zou bevelen. Daarom werd het klaagschrift ongegrond verklaard.
De beslissing werd genomen door rechter mr. J. Bergen, in aanwezigheid van griffier I.L. Bruijnooge, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door zowel het Openbaar Ministerie als de klager.