ECLI:NL:RBZWB:2023:8451

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
23-020349
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslaglegging en teruggave van in beslag genomen voertuig na klaagschrift op grond van artikel 552a Sv

Op 1 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift over de inbeslagneming van een voertuig. Klager, geboren in 2000, had op 5 juli 2023 zijn voertuig, een Suzuki Vitara, in beslag genomen gekregen. Klager voerde aan dat de inbeslagneming hem bezwaarlijk viel, vooral omdat hij het voertuig nodig had voor zijn werk en het een aanzienlijke waarde vertegenwoordigde. Tijdens de zitting op 18 oktober 2023 werd klager bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.A.G. van Acker, en de officier van justitie, mr. S. van der Wilt-Withfield, was ook aanwezig.

De rechtbank overwoog dat het belang van strafvordering niet in de weg stond aan de teruggave van het voertuig. Klager had verklaard dat de onderliggende strafbare feiten waren gepleegd onder invloed van een psychose, waarvoor hij onder behandeling was. De officier van justitie stelde dat het voertuig mogelijk verbeurd zou worden verklaard, maar de rechtbank oordeelde dat, gezien het blanco strafblad van klager en de omstandigheden waaronder de feiten zich hadden voorgedaan, het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter tot verbeurdverklaring zou overgaan.

De rechtbank concludeerde dat er geen strafvorderlijk belang was om het beslag te handhaven en verklaarde het klaagschrift gegrond. De rechtbank gelastte de teruggave van de Suzuki Vitara aan klager. Deze beslissing werd genomen door rechter mr. J. Bergen en is op dezelfde dag ter openbare terechtzitting uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of door klager.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
parketnummer : 02-188186-23
raadkamernummer : 23-020349
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager] ,
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende op het [woonadres] ,

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
  • het klaagschrift, dat - ondertekend door of namens klager - tijdig is ingediend ter griffie van het op grond van artikel 552a Sv bevoegde gerecht;
  • de kennisgeving inbeslagneming;
  • de conclusie van het openbaar ministerie d.d. 18 augustus 2023;
  • de overige stukken.
Op 18 oktober 2023 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn klager, bijgestaan door mr. E.A.G. van Acker advocaat te Sint Jansteen en de officier van justitie, mr. S. van der Wilt-Withfield gehoord.

2.De beoordeling

Klager heeft aangevoerd dat op 5 juli 2023 zijn voertuig in beslag is genomen. Klager wordt bezwaard door de inbeslagneming en het voortduren daarvan, alsmede door het uitblijven van een last tot teruggave van het goed. Het belang van strafvordering verzet zich niet tegen de gevraagde teruggave. Klager verzoekt het klaagschrift gegrond te verklaren en het voertuig aan hem terug te geven.
Namens klager is tijdens de behandeling in raadkamer aangevoerd dat de onderliggende mogelijk strafbare feiten in een korte periode hebben plaatsgevonden onder invloed van een psychose. Klager is hiervoor onder behandeling geweest bij [zorginstelling] . De auto vertegenwoordigt een aanzienlijke waarde en klager heeft de auto nodig voor zijn werk, zodat het persoonlijk belang van klager dient te prevaleren boven het strafvorderlijk belang.
De officier van justitie heeft ter zitting aangevoerd dat met het voertuig een strafbaar feit is gepleegd. Het is niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter later oordelend het voertuig verbeurd zal verklaren. De officier van justitie verzoekt het klaagschrift ongegrond te verklaren.
De rechtbank overweegt als volgt.
Het beslag op het voertuig is gelegd op grond van artikel 94 Sv.
De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
De rechtbank dient na te gaan of het belang van strafvordering verlangt dat het beslag wordt voortgezet. Hiervan is sprake wanneer het in beslag houden van het voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk voordeel aan te tonen dan wel wanneer niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het korte tijdsbestek waarbinnen de verdenkingen hebben plaatsgevonden, het blanco strafblad van verzoeker, de verklaring van verzoeker dat de verdenkingen gepleegd zijn onder invloed van een psychose en de waarde die het inbeslaggenomen voertuig vertegenwoordigt, het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van het voertuig zal bevelen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat bij het ontbreken van strafvorderlijk belang het beslag dient te worden opgeheven, zodat de rechtbank het klaagschrift gegrond zal verklaren en de teruggave van de auto aan klager zal gelasten.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het klaagschrift gegrond en gelast de teruggave van:
- Goednummer: PL2000-2023169787-2602556: Suzuki Vitara, [kenteken] ,
aan klager.
Deze beslissing is op 1 november 2023 gegeven door mr. J. Bergen, rechter, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 november 2023.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering