Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten
- het aantekening mondeling vonnis d.d. 3 april 2023 waarin verzoeker is vrijgesproken;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
€ 1.637,43is onvoldoende onderbouwd. Uit de overgelegde stukken komt onvoldoende naar voren dat het gevraagde bedrag daadwerkelijk door verzoeker op de betreffende dagen zou zijn verdiend, zodat de gevorderde inkomstenderving niet voor vergoeding in aanmerking kan komen. De rechtbank zal het verzoek dat betrekking heeft op dit bedrag afwijzen.
€ 7.510,83is naar het oordeel van de rechtbank door de raadsman in raadkamer genoegzaam toegelicht en derhalve aannemelijk gemaakt. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
ex artikel 530 Svtoe tot een bedrag van
€ 8.190,83.