Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 2.054,40, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de aantekening van het
- mondelinge vonnis van de politierechter van 6 januari 2023 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 1 oktober 2022 in verzekering is gesteld en op 1 oktober 2022 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie.
2.De beoordeling
1 dag in verzekeringop het politiebureau doorgebracht. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau.
€ 130,-.
€ 2.054,40is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 130,-bestaande uit:
€2.864,40 zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden mr. G.J.P.M. Mooren, onder vermelding van [kenmerk]