ECLI:NL:RBZWB:2023:840
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslagen parkeerbelasting in verband met gewijzigde parkeersituatie
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 februari 2023, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende die bezwaar heeft gemaakt tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd naar aanleiding van parkeercontroles op 17 en 26 november 2021, waarbij werd vastgesteld dat de belanghebbende geen parkeerbelasting had voldaan. De rechtbank beoordeelt of de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd, waarbij de belanghebbende aanvoert dat hij niet op de hoogte was van de gewijzigde parkeersituatie en dat de borden die deze wijziging aankondigden onduidelijk waren geplaatst.
De rechtbank overweegt dat de belanghebbende op zijn route naar de parkeerplaats twee borden heeft gepasseerd die duidelijk maakten dat parkeerbelasting verschuldigd was. De rechtbank stelt vast dat de belanghebbende niet kan worden vrijgesteld van de verplichting om zich op de hoogte te stellen van de geldende parkeersituatie. Bovendien is de rechtbank van mening dat de situatie van de belanghebbende niet vergelijkbaar is met een eerdere uitspraak van het Hof Amsterdam, waar de omstandigheden wezenlijk anders waren.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat de belanghebbende op beide data parkeerbelasting verschuldigd was en dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. De beroepen van de belanghebbende worden ongegrond verklaard, en hij krijgt geen terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten.