ECLI:NL:RBZWB:2023:8396

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
AWB- 23_946
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake omgevingsvergunning

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 november 2023, wordt het verzoek van verzoeker om een veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had zijn beroep tegen het besluit van het college van 20 december 2022 ingetrokken, omdat het college op 6 juli 2023 dit besluit had vervangen door een intrekking van de verleende omgevingsvergunning. De rechtbank heeft het college de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het college heeft hierop niet gereageerd.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. De rechtbank legt uit dat, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank moet beoordelen of het college aan verzoeker is tegemoetgekomen. In deze zaak is de omgevingsvergunning ingetrokken op verzoek van de vergunninghouder en niet omdat het college tegemoet is gekomen aan de bezwaren van verzoeker. Daarom is er volgens de rechtbank geen sprake van een tegemoetkoming in de zin van artikel 8:75a van de Awb.

De rechtbank concludeert dat het verzoek om vergoeding van de proceskosten kennelijk ongegrond is en wijst dit verzoek af. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/946 WABOA

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 november 2023 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, het college.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om een veroordeling van het college in de proceskosten. Verzoeker heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van zijn beroep tegen het besluit van het college van 20 december 2022. Hij heeft het beroep ingetrokken omdat het college op 6 juli 2023 dit besluit heeft vervangen door een intrekking van de verleende omgevingsvergunning.
1.1.
De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. Het college heeft hierop niet gereageerd.
1.2.
De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wanneer wordt een bestuursorgaan in de proceskosten veroordeeld?
3. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2]
Is het college aan verzoeker tegemoetgekomen?
4. De rechtbank moet dus beoordelen of het college geheel of gedeeltelijk aan verzoeker is tegemoetgekomen.
4.1.
Op 20 januari 2023 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het bestreden besluit waarin het bezwaar van verzoeker ongegrond is verklaard. De vergunninghouder heeft op 6 juli 2023 verzocht om de omgevingsvergunning in te trekken. Het college heeft met het besluit van 6 juli 2023 de omgevingsvergunning ingetrokken.
4.2.
Of materieel sprake is van tegemoetkomen moet van geval tot geval worden beoordeeld. Uit de jurisprudentie kan een restrictieve uitleg van het begrip ’tegemoetkomen’ worden afgeleid, omdat daarin een relatie pleegt te worden verlangd tussen de gronden van het beroep en het besluit waarmee het bestuursorgaan alsnog de wensen van de indiener van het beroepschrift honoreert. Er is geen sprake van tegemoetkomen als het besluit kennelijk is genomen op andere gronden dan de indiener van het beroepschrift heeft aangevoerd.
4.3.
In deze zaak is de omgevingsvergunning ingetrokken omdat de vergunninghouder daarom heeft verzocht. De omgevingsvergunning is niet ingetrokken omdat verweerder tegemoet is gekomen aan de bezwaren of beroepsgronden van eisers. Onder deze omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een tegemoetkoming in de zin van artikel 8:75a van de Awb. De rechtbank wijst het verzoek daarom als kennelijk ongegrond af.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. T.A.A. van Hooijdonk, griffier, op 23 november 2023 en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:75a van de Awb en is nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).