ECLI:NL:RBZWB:2023:8378
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- mr. Combee
- Rechtspraak.nl
Voorlopige zorg- en contactregeling in kort geding met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, met betrekking tot een voorlopige zorg- en contactregeling voor hun minderjarige kinderen. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K. van Doorn, vorderde dat de man voorlopig gerechtigd zou zijn tot contact met de kinderen onder begeleiding van een professionele omgangsbegeleider. De man, die de vorderingen betwistte, heeft de kinderen erkend en er is gezamenlijk ouderlijk gezag. De procedure vond plaats met gesloten deuren, gezien de belangen van de minderjarigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 november 2024 zijn beide partijen verschenen, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.
De vrouw voerde aan dat er al jarenlang sprake is van alcoholproblematiek bij de man, wat de veiligheid van de kinderen in gevaar zou brengen. De man ontkende deze beschuldigingen en gaf aan dat hij openstaat voor begeleide omgang, hoewel hij dit niet noodzakelijk acht. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang is bij de vordering van de vrouw, gezien het feit dat het contact tussen de man en de kinderen sinds september 2023 volledig is stopgezet. De rechter besloot dat de man voorlopig contact mag hebben met de kinderen, onder begeleiding van een professional, en verzocht de Raad om een onderzoek in te stellen ter voorbereiding van een bodemprocedure die de vrouw aankondigde.
De voorzieningenrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vrouw is verzocht om binnen twee weken een bodemprocedure te starten.