In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de besluiten van de Directeur Publieke Gezondheid van de GGD Zeeland van 5 januari 2023 en 20 maart 2023, waarin verzoeken om openbaarmaking van documenten op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet open overheid (Woo) zijn afgewezen. De zitting vond plaats op 17 november 2023 in Middelburg, waar eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. K.E.L. van Haastrecht, en mr. M. de Graef. De directeur werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluiten zijn genomen door de directeur, die geen bestuursorgaan is en derhalve niet bevoegd is om deze besluiten te nemen. De rechtbank heeft overwogen dat de bevoegdheid om op de verzoeken te beslissen niet aan de directeur is gedelegeerd, zoals blijkt uit de Gemeenschappelijke regeling GGD Zeeland en het directiestatuut. Dit gebrek in de besluiten is fataal, en de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft de bestreden besluiten vernietigd en het bevoegde bestuursorgaan opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is de directeur veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.674,00. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.