ECLI:NL:RBZWB:2023:8325

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
AWB- 23_10790 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake WOO

Op 30 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening had aangevraagd met betrekking tot een besluit van het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant. Het verzoek was ingediend op 10 november 2023, maar de rechtbank heeft de verzoeker op 13 november 2023 schriftelijk geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht binnen 14 dagen. De voorzieningenrechter heeft besloten om de behandeling ter zitting achterwege te laten, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Bij de beoordeling constateerde de voorzieningenrechter dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen. Hierdoor was het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder verdere behandeling afgedaan en het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, en mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: 23/10790 WOO VV
uitspraak van 30 november 2023 van de voorzieningenrechter in de zaak van
[naam verzoeker],te [woonplaats verzoeker], verzoeker
en
het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant,verweerder.

1.Procesverloop

Verzoeker heeft bij brief van 10 november 2023 verzocht om een voorlopige voorziening met betrekking tot een besluit van verweerder inzake de WOO.
Bij aangetekende brief van 13 november 2023 heeft de rechtbank aan verzoeker medegedeeld dat het verschuldigde griffierecht binnen 14 dagen na genoemde datum moet worden betaald en dat het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien het verschuldigde bedrag niet binnen de gestelde termijn is betaald.
De voorzieningenrechter heeft met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) behandeling ter zitting achterwege gelaten.

2.Beoordeling

In de Awb is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. Verzoeker is schriftelijk gewezen op deze verplichting.
De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen.
Het verzoek is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk. Derhalve zal de voorzieningenrechter de zaak zonder behandeling ter zitting afdoen als hierna vermeld.

3.Beslissing

De voorzieningenrechter:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, en door deze en mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, ondertekend.
Uitgesproken in het openbaar op 30 november 2023.
P.H.M. Verdonschot, griffier R.P. Broeders, voorzieningenrechter
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.
Afschrift verzonden op: