Op 17 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. I.A.C. Cools, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 30 december 2021, waarin zijn aanvragen om diverse maatwerkvoorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) werden afgewezen. Tijdens de zitting op 23 mei 2023 heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om gebreken in het besluit te herstellen, wat resulteerde in een tussenuitspraak op 2 juni 2023. Het college heeft daarop nader onderzoek gedaan en een aanvullende motivering ingediend, waar eiser op heeft gereageerd. De rechtbank heeft besloten dat een nadere zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 3 november 2023 gesloten.
In de uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat het bestreden besluit, met betrekking tot de weigering om een zwaardere accu te verstrekken, aan een motiverings- en onderzoeksgebrek lijdt. De rechtbank concludeert dat het college, rekening houdend met de resultaten van het nadere onderzoek, voldoende heeft gemotiveerd dat de geleverde accu in het algemeen voldoende is voor de vervoersbehoefte van eiser op korte en middellange afstand. Eiser heeft incidenteel problemen gehad met de accu, maar dit betekent niet dat de accu niet toereikend is. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit voor zover het de weigering van de zwaardere accu betreft, en bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde gedeelte in stand blijven. Tevens wordt het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 2.092,50.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.