ECLI:NL:RBZWB:2023:8270

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
AWB- 23_1590
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake zorgverzekering

Op 21 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 10 juli 2023, waarin zijn beroep tegen zorgverzekeraar Zilveren Kruis kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant had verzocht om op afstand te worden gehouden van Zilveren Kruis en om schadevergoeding voor de door hem ervaren ergernis en aantasting van zijn goede naam. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was omdat de opposant in zijn beroepschrift geen duidelijke omschrijving van het besluit had gegeven en geen tijdige kopie van het bestreden besluit had bijgevoegd.

In de verzetzaak beoordeelt de rechtbank of de eerdere uitspraak terecht was. De opposant voerde aan dat hij het volledige dossier naar de rechtbank had gestuurd en dat er geen beslissing was genomen door Zilveren Kruis, maar dat de ingangsdatum van zijn zorgpolis zonder zijn toestemming was gewijzigd. De rechtbank benadrukte dat voor een beroep bij de bestuursrechter een duidelijk besluit van een bestuursorgaan vereist is. De opposant had meerdere kansen gekregen om het besluit te overleggen, maar was daar niet in geslaagd.

De rechtbank concludeerde dat de opposant niet voldoende duidelijk had gemaakt tegen welk besluit het beroep zich richtte, en dat er geen aanleiding was om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak. Het verzet werd ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraak bleef in stand. De rechtbank wees de opposant erop dat als zijn probleem voortvloeit uit een privaatrechtelijke zorgverzekeringsovereenkomst, hij zich tot de civiele rechter moet wenden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/1590 V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2023 op het verzet van

[opposant] , te [plaats] , opposant,

Procesverloop

1. Opposant heeft een beroepschrift ingediend, waarbij hij heeft verzocht om hem op afstand te houden van zorgverzekeraar Zilveren Kruis en om een schadevergoeding voor zijn regelmatige ergernis en aantasting van zijn goede naam.
1.1.
Bij uitspraak van 10 juli 2023 heeft de rechtbank dat beroep (kennelijk) niet-ontvankelijk verklaard.
1.2.
Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.
1.3
Opposant heeft niet verzocht om op een zitting te worden gehoord.

Overwegingen

2. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat de rechtbank tot de conclusie is gekomen dat opposant in het beroepschrift geen duidelijke omschrijving van het besluit heeft gegeven en niet tijdig een kopie van het bestreden besluit heeft bijgevoegd.
3. In deze verzetzaak beoordeelt de rechtbank uitsluitend of in de buiten-zittinguitspraak terecht is geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is dat het beroep niet-ontvankelijk is.
4. Opposant voert (in het kort) tegen de buiten-zittinguitspraak van de rechtbank aan dat hij het volledige dossier met betrekking tot het Zilveren Kruis naar de rechtbank heeft gestuurd. Hij geeft aan dat er geen beslissing is, maar dat de ingangsdatum van de door hem gevraagde polis ongevraagd en ongewenst door Zilveren Kruis is veranderd van 1 januari 2022 naar 11 augustus 2022. Opposant heeft de zorgpolis op 12 augustus 2022 geweigerd en verzocht deze te schrappen, maar hij is gedwongen om bij Zilveren Kruis verzekerd te blijven.
5. De rechtbank overweegt dat beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld tegen een (publiekrechtelijk) besluit van een bestuursorgaan. [1] De bestuursrechter toetst een besluit. Daarom moet iemand die in beroep gaat in het beroepschrift duidelijk maken tegen welk besluit het beroep zich richt en zo mogelijk een kopie van dat besluit overleggen. [2] Als daar niet aan is voldaan en de indiener van het beroepschrift herstelt dit verzuim niet binnen een daarvoor gegeven termijn, kan het beroep door de rechtbank niet-ontvankelijk worden verklaard. [3]
6. De rechtbank stelt vast dat opposant meermaals in de gelegenheid is gesteld om het besluit te overleggen waartegen het beroep is gericht en dat opposant daarop heeft gereageerd door een groot aantal stukken in te sturen. Vervolgens heeft de rechtbank op 15 mei 2023 aan opposant bericht dat het haar niet duidelijk is op welk besluit het beroep betrekking heeft en hem verzocht om binnen drie weken het bestreden besluit te overleggen en daarbij geen andere stukken te voegen. Anders dan in de buiten-zittinguitspraak is overwogen, heeft opposant wel gereageerd op deze brief van 15 mei 2023. In de e-mail van 22 mei 2023 en bijgevoegde brief heeft opposant laten weten dat er geen beslissing van Zilveren Kruis bestaat, maar dat het betreft de polis van 1 januari 2022, de polis van 11 augustus 2022, zijn annuleringsbrieven van 12 augustus 2022, zijn bezwaarschriften naar de klachtenafdeling en de brief naar de directeur van Zilveren Kruis. De rechtbank is van oordeel dat opposant ook daarmee niet een voldoende duidelijke omschrijving heeft gegeven van een besluit. Hieruit kan niet worden afgeleid tegen welk besluit het beroep zich richt. Het beroep is in de buiten-zittinguitspraak dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard.
7. Ter voorlichting van opposant wijst de rechtbank overigens nog op het volgende. Het is de rechtbank wel duidelijk geworden dat opposant (onder meer) een probleem heeft met Zilveren Kruis over (de afsluiting en/of ingangsdatum en/of premiebetaling en/of beëindiging van) zijn zorgverzekering. Als dit voortvloeit uit een beslissing van Zilveren Kruis die gebaseerd is op een privaatrechtelijke zorgverzekeringsovereenkomst, is er geen sprake van een besluit van een bestuursorgaan waartegen beroep bij de bestuursrechter openstaat. In dat geval zal opposant een vordering bij de civiele rechter moeten instellen.
8. In wat opposant heeft aangevoerd, ziet de rechtbank dus geen aanleiding anders te oordelen dan in de uitspraak van 10 juli 2023. Het verzet moet daarom ongegrond worden verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak in stand blijft.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.E.C. Vriends, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 21 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak staat voor zover daarbij is beslist op het verzet geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:1 van de Awb in samenhang met artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.
2.Artikel 6:5, eerste lid onder c en tweede lid, van de Awb.
3.Artikel 6:6 van de Awb.