Op 21 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 10 juli 2023, waarin zijn beroep tegen zorgverzekeraar Zilveren Kruis kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant had verzocht om op afstand te worden gehouden van Zilveren Kruis en om schadevergoeding voor de door hem ervaren ergernis en aantasting van zijn goede naam. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was omdat de opposant in zijn beroepschrift geen duidelijke omschrijving van het besluit had gegeven en geen tijdige kopie van het bestreden besluit had bijgevoegd.
In de verzetzaak beoordeelt de rechtbank of de eerdere uitspraak terecht was. De opposant voerde aan dat hij het volledige dossier naar de rechtbank had gestuurd en dat er geen beslissing was genomen door Zilveren Kruis, maar dat de ingangsdatum van zijn zorgpolis zonder zijn toestemming was gewijzigd. De rechtbank benadrukte dat voor een beroep bij de bestuursrechter een duidelijk besluit van een bestuursorgaan vereist is. De opposant had meerdere kansen gekregen om het besluit te overleggen, maar was daar niet in geslaagd.
De rechtbank concludeerde dat de opposant niet voldoende duidelijk had gemaakt tegen welk besluit het beroep zich richtte, en dat er geen aanleiding was om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak. Het verzet werd ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraak bleef in stand. De rechtbank wees de opposant erop dat als zijn probleem voortvloeit uit een privaatrechtelijke zorgverzekeringsovereenkomst, hij zich tot de civiele rechter moet wenden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.