Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
2.De feiten
As security for the performance of its obligations, Easysent shall deposit a deposit in the amount of 3 months rent, being € 840,000 (…)”.
(…) Given the scope of the contract, we require adequate security for the payment of our services and therefore added Easysent Hongkong as a contracting party. If that is not feasable, another form of security is required. So I removed Easysent Hongkong and added it a depositclause in clause 6. If you have another suggestion for a comparable form of security, we will be happy tot explore such an option for the final agreement. (…)”.
(…) I resolved the last remaining points, see the attached final version with mark ups and the clean version. Can you do a last check? If this is ok for you, I will complete the annexes and send it to [naam 1] for signing (…).”
(…) For me it’s ok. You can complete the annexes and send it to [naam 1] for signing (…).”
e-mailbericht van 20 augustus 2023 (21:16 uur) aan SLE het volgende mee:
(…) Sofinally
(…) Given the aforementioned breaches and misrepresentations by SLE, Easysent hereby exercises its legal remedies as follows:
Easysent hereby rescinds (ontbinden) the HOT and the complete cooperation between the parties on the basis of article 6:265 BW, meaning that SLE should phase out the containers in the comings weeks to ensure that all containers are out of the warehouse by 31 Oktober 2023 (being the ongedaanmakingsverbintenis on the part of SLE).
As an alternative ground, Easysent hereby terminates (opzeggen), observing the notice period of (at least) one month, the HOT and the complete cooperation between the parties regarding the warehouse within the meaning of article 7:228(2) of the Dutch Civil Code, therefore effective as per 1 December 2023.
3.Wat vorderen partijen?
4.Wat oordeelt de voorzieningenrechter?
in good faith’ verder zouden onderhandelen. Een aantal van die uitgangspunten is het resultaat van onderhandelingen tussen partijen en ook bindend voor partijen, zoals de voorzieningenrechter in het vonnis van 29 september 2023 heeft overwogen. Of ook artikel 6 een partijen bindende afspraak bevat, is een kwestie van uitleg van die bepaling.
in good faith’ nog verder onderhandelen, totdat een ‘
final agreement’ zou zijn bereikt [2] . Uit de inhoud van het e-mailbericht van [naam 3] van 13 juni 2023 blijkt dat er over het voorstel van SLE, zoals door haar vastgelegd in artikel 6 van de HOT, tijdens die onderhandelingen nog kon worden gesproken. Zo zou er bijvoorbeeld ook een andere vorm van zekerheid kunnen worden gesteld. Gelet op de inhoud van dit e-mailbericht kan artikel 6 van de HOT dan ook niet worden beschouwd als een partijen bindende afspraak waarvan nakoming kan worden gevorderd. Deze bepaling is te beschouwen als een uitgangspunt bij verdere onderhandelingen. Het voorshands oordeel dat Easysent niet op grond van de HOT gehouden kan worden de deposit te betalen, geldt temeer nu niet is gebleken dat partijen na het vonnis in kort geding van 29 september 2023 ‘
in good faith’ verder hebben onderhandeld. Het geschil over de storting van de deposit, dat overigens al bestond voorafgaande aan het eerste kort geding, stond aan verder onderhandelen in de weg, zo begrijpt de voorzieningenrechter. Onder deze omstandigheden – niet wetende of er wel een ‘
final agreement’ komt – is het niet redelijk van SLE om de niet-betaling van de deposit te gebruiken om de dienstverlening op te schorten. SLE stelt zich bovendien ten onrechte op het standpunt dat als er geen ‘
final agreement’ wordt bereikt, de HOT als een zelfstandige overeenkomst kan worden beschouwd op grond waarvan partijen verder gaan. Dat kan in zijn algemeenheid niet worden gezegd. Dat geldt in deze zaak temeer omdat [naam 3] ter zitting heeft aangegeven dat de HOT nog belangrijke onderdelen mist ten opzichte van een ‘
final agreement’, zoals bepalingen over aansprakelijkheid.
final agreement’. Easysent heeft de HOT in haar brief van
5 oktober 2023 per direct ontbonden en SLE een termijn gegeven tot uiterlijk 31 oktober 2023 om de containers af te geven. Die termijn komt de voorzieningenrechter allerzins redelijk voor. Door de schikkingsonderhandeling van partijen na de mondelinge behandeling en het verzoek van partijen om het wijzen van een vonnis om die reden nog even aan te houden, is die datum inmiddels verstreken. Partijen hebben in totaal 2,5 week aanhouding gevraagd. Daarmee rekening houdend zal de voorzieningenrechter de datum bepalen op 1 december 2023.