ECLI:NL:RBZWB:2023:8240

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
C/02/414780 / KG ZA 23-496
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Hermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot uitvoering van outbounddiensten in kort geding tussen Easysent en SLE

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, heeft de voorzieningenrechter op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de rechtspersoon Easysent Holding Europe, gevestigd te Parijs, en Solar Logistics Europe B.V., gevestigd te Oud-Gastel. Easysent vorderde dat SLE haar verplichtingen uit een overeenkomst, de Head of Terms (HOT), zou nakomen door de levering van 197 containers uit haar warehouse. Easysent stelde dat SLE ten onrechte haar outbounddiensten had opgeschort, onder andere vanwege een niet-betaalde borg en te late huurbetalingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de opschorting door SLE niet gerechtvaardigd was, omdat de borg niet op basis van de HOT kon worden gevorderd en de huur tijdig was betaald. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Easysent toe en veroordeelde SLE om de containers uiterlijk op 1 december 2023 vrij te geven, met een dwangsom van € 60.000 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 2.000.000. De vorderingen van SLE in reconventie werden afgewezen. SLE werd ook veroordeeld in de proceskosten van Easysent, die zijn vastgesteld op € 2.037,33.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/414780 / KG ZA 23-496
Vonnis in kort geding van 28 november 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EASYSENT HOLDING EUROPE,
te Parijs (Frankrijk),
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: ‘Easysent’,
advocaat: mr. M.H. Rabbie en mr. B-A. de Ruijter te Amsterdam,
tegen
SOLAR LOGISTICS EUROPE B.V.,
te Oud-Gastel, gemeente Halderberge,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: ‘SLE’,
advocaat: mr. P.J.P. van Huizen te Rotterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
– de dagvaarding, met producties 1 tot en met 9;
– de door Easysent nagezonden producties 10 tot en met 12;
– de door SLE toegezonden producties 1 tot en met 8 en de door SLE ingestelde eis in reconventie;
– de door Easysent nagezonden productie 13;
– de door SLE nagezonden productie 9;
– de mondelinge behandeling van 20 oktober 2023, waarvan de griffier heeft aantekeningen gemaakt. Zowel mr. Rabbie als mr. Van Huizen hebben spreekaantekeningen overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Easysent is een logistieke dienstverlener die actief is op het gebied van internationaal transport en opslag van zonnepanelen uit China. De vennootschappen Goblin Netherlands B.V. en Goblin GmbH zijn dochtervennootschappen van Easysent.
2.2.
SLE is een onderneming die zich bezighoudt met het ter beschikking stellen van opslagruimte en aanverwante (transport)diensten (‘warehousing’). De heer [naam 1] is bestuurder van SLE (hierna: ‘ [naam 1] ’).
2.3.
Tussen SLE en Goblin Netherlands B.V. heeft een overeenkomst bestaan op grond waarvan SLE opslagruimte voor ongeveer 800 opslagcontainers aan Goblin Netherlands B.V. in huur en gebruik heeft geven en aanvullende (transport-) diensten voor Goblin Netherlands B.V. heeft verricht.
2.4.
Easysent is begin 2022, na overname en rechtsopvolging van Goblin Netherlands B.V., in de overeenkomst getreden met SLE en heeft deze overeenkomst op grond van bestaande mondelinge afspraken over de huur van de opslagruimte en dienstverlening voortgezet.
2.5.
Op 23 mei 2023 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen [naam 1] van SLE en mevrouw [naam 2] (hierna: ‘ [naam 2] ’) van Easysent. Easysent had interesse in de huur van de gehele opslagruimte voor 1073 containers. Hierna zijn partijen met elkaar in onderhandeling getreden over een nieuwe huurovereenkomst met aanvullende dienstverlening.
2.6.
Naar aanleiding van deze onderhandelingen heeft de jurist van SLE, mevrouw [naam 3] (hierna: ‘ [naam 3] ’), bij e-mailbericht van 12 juni 2023 (12:18 uur) de Head of Terms (hierna: ‘de HOT’) aan Easysent toegezonden. Artikel 6 van de HOT luidt als volgt: “
As security for the performance of its obligations, Easysent shall deposit a deposit in the amount of 3 months rent, being € 840,000 (…)”.
2.7.
Na verzending en ontvangst van de HOT hebben [naam 3] en [naam 2] per e-mail met elkaar gecorrespondeerd. Zo schrijft [naam 3] op 13 juni 2023: “
(…) Given the scope of the contract, we require adequate security for the payment of our services and therefore added Easysent Hongkong as a contracting party. If that is not feasable, another form of security is required. So I removed Easysent Hongkong and added it a depositclause in clause 6. If you have another suggestion for a comparable form of security, we will be happy tot explore such an option for the final agreement. (…)”.
2.8.
Partijen hebben de HOT ondertekend. Na ondertekening zijn partijen in onderhandeling getreden over de schriftelijke vastlegging van een hoofdovereenkomst (‘Warehouse and transport agreement’) zoals omschreven in de HOT. Deze onderhandelingen zijn namens Easysent gevoerd door de heer [naam 4] (hierna: ‘ [naam 4] ’).
2.9.
Bij e-mailbericht van 25 juli 2023 (10:23 uur) heeft [naam 3] de eindversie van een concept ‘Warehouse and transport agreement’ aan [naam 4] toegezonden, waarin zij onder meer schrijft: “
(…) I resolved the last remaining points, see the attached final version with mark ups and the clean version. Can you do a last check? If this is ok for you, I will complete the annexes and send it to [naam 1] for signing (…).
2.10.
In een e-mailbericht van 25 juli 2023 (15:06 uur) schrijft [naam 4] aan [naam 3] : “
(…) For me it’s ok. You can complete the annexes and send it to [naam 1] for signing (…).
2.11.
SLE heeft een door [naam 1] ondertekende versie van de ‘Warehouse and transport agreement’ op 27 juli 2023 aan Easysent toegestuurd. Easysent heeft de toegezonden overeenkomst niet ondertekend. De heer [naam 5] , CEO van Easysent, deelt hierover in een
e-mailbericht van 20 augustus 2023 (21:16 uur) aan SLE het volgende mee:

(…) Sofinally
1. Firstly i’m so sorry and I regret to inform you that due to the changes, I am temporarily unable tot sign the contract proposed by both parties.
2. Secondly, I strongly advise against extending the SLE warehouse lease for another 4 years at this moment.
At the same time, I also suggest that we explore more flexible ways of collaboration.
I deeply regret and want to be completely transparent with you. Given the current market conditions and after gaining a closer understanding of the market, customers, and competitors, we genuinely cannot afford such a high warehouse rent, nor can we guarantee a turnover rate of 30 in and 30 out daily. (…)
Regardless, I’m deeply sorry, and I hope we can maintain open communication so that we can find the most suitable solution and minimize your losses to the greatest extent possible. (…)
2.12.
SLE heeft Easysent vervolgens in kort geding gedagvaard [1] . In die procedure heeft SLE (onder andere) gevorderd Easysent te bevelen tot nakoming van (primair) de tussen partijen tot stand gekomen ‘Warehouse and transport agreement’, althans (subsidiair) de HOT. Bij vonnis in kort geding van 29 september 2023 heeft de voorzieningenrechter de primaire vordering afgewezen en de subsidiaire vordering toegewezen.
2.13.
Op 2 oktober 2023 is SLE gestopt met het leveren van outbounddiensten aan Easysent.
2.14.
Bij brief van 5 oktober 2023 schrijft Easysent aan SLE:

(…) Given the aforementioned breaches and misrepresentations by SLE, Easysent hereby exercises its legal remedies as follows:
( a)
Easysent hereby rescinds (ontbinden) the HOT and the complete cooperation between the parties on the basis of article 6:265 BW, meaning that SLE should phase out the containers in the comings weeks to ensure that all containers are out of the warehouse by 31 Oktober 2023 (being the ongedaanmakingsverbintenis on the part of SLE).
( b)
As an alternative ground, Easysent hereby terminates (opzeggen), observing the notice period of (at least) one month, the HOT and the complete cooperation between the parties regarding the warehouse within the meaning of article 7:228(2) of the Dutch Civil Code, therefore effective as per 1 December 2023.
Following the set-off of the monthly fee for October 2023 with the prepayments by Goblin GmbH, an amount of EUR 220,000 remains as prepayments by Goblin GmbH (i.e. EUR 20,000) and Goblin Netherlands B.V. (i.e. EUR 200,000) with SLE as security for the phase out of the containers by 31 October 2023. (…)”.
2.15.
SLE is niet overgegaan tot het verrichten van outbounddiensten voor Easysent. Op 10 oktober 2023 heeft SLE aan Easysent een overzicht gestuurd met openstaande facturen voor een bedrag van in totaal € 801.538,28.
2.16.
Op 13 oktober 2023 heeft Easysent SLE in deze kort geding procedure gedagvaard.

3.Wat vorderen partijen?

in conventie
3.1.
Easysent vordert:
I. SLE te veroordelen om alle noodzakelijke medewerking te verlenen op basis van ongedaanmaking van de HOT en de gehele samenwerking dan wel nakoming van de HOT, bestaande uit zowel feitelijke als rechtshandelingen, aan het leveren van outbounddiensten dan wel vrijgeven van de 197 containers uit haar warehouse (met inachtneming van de benodigde zorgvuldigheid), zodanig dat SLE op 31 oktober 2023, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen datum, alle 197 containers aan Easysent of direct aan Easysent’s contractspartijen heeft geleverd, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 60.000,00 voor elke dag dat SLE hieraan niet meewerkt met een maximum van € 2.000.000,00, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen maximum dwangsom;
II. SLE te veroordelen in de proceskosten, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis.
3.2.
SLE voert verweer. SLE vindt dat de vorderingen van Easysent moeten worden afgewezen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
SLE vordert:
I. Easysent te veroordelen tot betaling van primair € 1.142,538,28, subsidiair € 916.976,00 en meer subsidiair € 620.000,00 binnen drie dagen na datum vonnis, bij gebreke waarvan SLE haar verplichtingen uit de HOT kan blijven opschorten totdat betaling van dit bedrag heeft plaatsgevonden;
II. Easysent te veroordelen tot betaling van € 15.000,00 als voorschot op vergoeding voor de (outbound)werkzaamheden, binnen drie dagen na datum vonnis, bij gebreke waarvan SLE haar verplichtingen uit de HOT kan blijven opschorten totdat betaling van dit bedrag heeft plaatsgevonden;
III. Easysent te veroordelen in de proceskosten, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis.
3.5.
Easysent voert verweer. Easysent vindt dat de vorderingen van SLE moeten worden afgewezen.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Wat oordeelt de voorzieningenrechter?

in conventie en in reconventie
4.1.
Vanwege de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de voorzieningenrechter deze gezamenlijk bespreken.
Internationale aspecten
4.2.
Gelet op de internationale aspecten in deze zaak, onderzoekt de voorzieningenrechter ambtshalve haar bevoegdheid en het toepasselijke recht. De voorzieningenrechter begrijpt dat partijen het erover eens zijn dat op grond van artikel 8 van de HOT de rechtbank Zeeland-West-Brabant bevoegd is en dat het Nederlands recht van toepassing is. De voorzieningenrechter sluit zich daarbij aan.
Toetsingskader kort geding
4.3.
Het gaat hier om in kort geding gevorderde voorlopige voorzieningen. De voorzieningenrechter moet daarom eerst beoordelen of Easysent en SLE ten tijde van dit vonnis bij de door hen gevorderde voorzieningen een spoedeisend belang hebben. Daarnaast geldt dat de voorzieningenrechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in een (eventuele) bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorzieningen gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor nader feitenonderzoek en bewijslevering.
4.4.
Bestaat de gevorderde voorlopige voorziening uit een veroordeling tot betaling van een geldsom, dan is terughoudendheid op zijn plaats. De voorzieningenrechter zal daarbij niet alleen moeten onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. In de afweging van de belangen van partijen moet de voorzieningenrechter mede betrekken de vraag naar het risico van onmogelijkheid van terugbetaling mocht de bodemrechter anders beslissen.
Spoedeisend belang
4.5.
Uit de stellingen van Easysent volgt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Easysent stelt dat SLE alle 197 containers van Easysent in haar warehouse vasthoudt. Dit leidt volgens voorlopige schatting tot € 60.000,00 schade per dag, zodat Easysent er recht en belang bij heeft dat SLE die containers zo spoedig mogelijk vrijgeeft. SLE heeft dit gestelde spoedeisend belang niet betwist. Dat betekent dat de vorderingen inhoudelijk kunnen worden beoordeeld.
4.6.
Ook uit de stellingen van SLE volgt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vordering tot betaling van een geldsom. SLE stelt dat er veel tekenen zijn dat Easysent onder haar verplichtingen uit wil komen en dat het imperium van Easysent (in ieder geval in Europa) aan het ineen storten is. Easysent betwist het gestelde spoedeisend belang. Easysent voert aan dat zij al een voorschot heeft gestort van € 500.000,00 en dat er een groot restitutierisico is bij SLE. Dat verweer is in het kader van het gestelde spoedeisend belang echter onvoldoende. Easysent betwist met dit verweer namelijk niet de stelling van SLE dat Easysent (in ieder geval in Europa) aan het ineen storten is. Het spoedeisend belang van SLE moet daarom worden aangenomen, zodat de vorderingen van SLE inhoudelijk kunnen worden beoordeeld.
Inhoudelijk
4.7.
Easysent vordert SLE te veroordelen om mee te werken aan afgifte van de containers, naar de voorzieningenrechter begrijpt primair op grond van ontbinding van de HOT per 5 oktober 2023 en subsidiair op grond van opzegging van de HOT per 30 november 2023, en om SLE te veroordelen om tot aan de datum van afgifte haar verplichtingen uit de HOT na te komen. In beide gevallen legt Easysent aan haar vordering de stelling ten grondslag dat SLE tekortschiet in de nakoming van de HOT door haar outbounddiensten op te schorten, terwijl SLE geen opschortingsbevoegdheid heeft. De redenen die SLE aanvoert om te mogen opschorten, kunnen volgens Easysent niet slagen. SLE stelt haar outbounddiensten te mogen opschorten, omdat (1) Easysent haar deposit van € 840.000,00 niet aan SLE heeft betaald en (2) Easysent de huur voor de maand oktober 2023 niet tijdig, vóór de eerste van de maand, heeft betaald. Easysent brengt tegen het eerste punt in dat de deposit niet op grond van de HOT gevorderd kan worden, omdat de voorzieningenrechter bij vonnis van 29 september 2023 niet heeft overwogen of beslist dat de deposit onderdeel uitmaakt van de essentialia van de tussen partijen gemaakte afspraken in de HOT. Voor wat betreft het tweede punt erkent Easysent dat zij de huur vóór de eerste van de maand aan SLE moet betalen. Easysent stelt echter dat zij eind september 2023 aan SLE heeft gevraagd te bevestigen dat de dienstverlening niet wordt opgeschort vanwege de discussie over de deposit. Die bevestiging heeft SLE niet willen geven. Easysent heeft de huur alsnog op 5 oktober 2023 betaald middels verrekening met het voorschot van Goblin GmbH. SLE is daarom niet gerechtigd haar outboundwerkzaamheden op te schorten. SLE schiet dus tekort in haar contractuele verplichtingen tegenover Easysent, reden waarom Easysent bevoegd was de HOT rechtsgeldig te ontbinden, zo stelt Easysent.
4.8.
SLE voert als verweer aan dat zij wel degelijk bevoegd was haar outbounddiensten op te schorten. Easysent is op grond van de HOT aan SLE een deposit verschuldigd. In het kort geding vonnis van 29 september 2023 is Easysent namelijk veroordeeld tot nakoming van alle verplichtingen uit de HOT, niet alleen tot nakoming van de essentialia. Daarnaast betwist SLE dat Easysent de huur voor de maand van oktober 2023 rechtsgeldig met het voorschot van Goblin GmbH heeft verrekend. SLE is daarom niet in verzuim, zodat de vordering van Easysent moet worden afgewezen, zo stelt SLE.
4.9.
Kern van het geschil is het antwoord op de vraag of artikel 6 van de HOT een voor partijen bindende afspraak is, zodat Easysent op grond van de HOT gehouden is om aan SLE een deposit van € 840.000,00 te betalen. In het kort geding vonnis van 29 september 2023 heeft de voorzieningenrechter weliswaar geoordeeld dat er met de HOT een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen waarvan nakoming kan worden gevorderd, maar dat wil nog niet zeggen dat alle afspraken die in de HOT zijn vastgelegd tussen partijen bindend zijn. In de HOT zijn namelijk de uitgangspunten vastgelegd op basis waarvan partijen ‘
in good faith’ verder zouden onderhandelen. Een aantal van die uitgangspunten is het resultaat van onderhandelingen tussen partijen en ook bindend voor partijen, zoals de voorzieningenrechter in het vonnis van 29 september 2023 heeft overwogen. Of ook artikel 6 een partijen bindende afspraak bevat, is een kwestie van uitleg van die bepaling.
4.10.
Bij die uitleg is onder andere de aard van de bepaling van belang. In deze zaak gaat het om een door SLE gevraagde zekerheidsstelling, die past bij een langlopende overeenkomst. Over die langlopende overeenkomst moesten partijen ‘
in good faith’ nog verder onderhandelen, totdat een ‘
final agreement’ zou zijn bereikt [2] . Uit de inhoud van het e-mailbericht van [naam 3] van 13 juni 2023 blijkt dat er over het voorstel van SLE, zoals door haar vastgelegd in artikel 6 van de HOT, tijdens die onderhandelingen nog kon worden gesproken. Zo zou er bijvoorbeeld ook een andere vorm van zekerheid kunnen worden gesteld. Gelet op de inhoud van dit e-mailbericht kan artikel 6 van de HOT dan ook niet worden beschouwd als een partijen bindende afspraak waarvan nakoming kan worden gevorderd. Deze bepaling is te beschouwen als een uitgangspunt bij verdere onderhandelingen. Het voorshands oordeel dat Easysent niet op grond van de HOT gehouden kan worden de deposit te betalen, geldt temeer nu niet is gebleken dat partijen na het vonnis in kort geding van 29 september 2023 ‘
in good faith’ verder hebben onderhandeld. Het geschil over de storting van de deposit, dat overigens al bestond voorafgaande aan het eerste kort geding, stond aan verder onderhandelen in de weg, zo begrijpt de voorzieningenrechter. Onder deze omstandigheden – niet wetende of er wel een ‘
final agreement’ komt – is het niet redelijk van SLE om de niet-betaling van de deposit te gebruiken om de dienstverlening op te schorten. SLE stelt zich bovendien ten onrechte op het standpunt dat als er geen ‘
final agreement’ wordt bereikt, de HOT als een zelfstandige overeenkomst kan worden beschouwd op grond waarvan partijen verder gaan. Dat kan in zijn algemeenheid niet worden gezegd. Dat geldt in deze zaak temeer omdat [naam 3] ter zitting heeft aangegeven dat de HOT nog belangrijke onderdelen mist ten opzichte van een ‘
final agreement’, zoals bepalingen over aansprakelijkheid.
4.11.
Voorshands kan ook het te laat betalen van de huur voor oktober geen reden voor opschorting zijn. De huur heeft Easysent namelijk op 5 oktober 2023 alsnog voldaan door verrekening met het voorschot van Goblin GmbH. Het verweer van SLE dat niet met dat voorschot verrekend kan worden wordt verworpen, omdat SLE dat verweer onvoldoende heeft onderbouwd.
4.12.
Ook de volgens SLE nog openstaande facturen van € 801.538,28 zijn voorshands onvoldoende reden om tot opschorting van de outboundwerkzaamheden over te gaan. SLE heeft in reconventie betaling van deze facturen gevorderd. Deze facturen worden door Easysent gemotiveerd betwist. Gelet op deze betwisting is nadere bewijslevering door SLE noodzakelijk. De aard van een kort geding procedure leent zich daar echter niet voor. Nu in het kader van dit kort geding niet kan worden vastgesteld of Easysent nog enig bedrag aan facturen aan SLE verschuldigd is, kan SLE aan deze facturen geen beroep op opschorting ontlenen. Overigens geldt dat, naar Easysent stelt, (de rechtsvoorganger van) Easysent een voorschot van € 500.000,00 heeft gestort waarvan, na verrekening van de huur voor de maand oktober, nog een bedrag resteert waarmee een eventuele vordering van SLE verrekend zou kunnen worden. Voor wat betreft de kosten die Easysent volgens SLE op grond van de HOT moet betalen als wordt geoordeeld dat SLE haar outboundwerkzaamheden weer moet hervatten (per outbound pallet een bedrag van € 4,00 x 3720 pallets = ongeveer € 15.000,00), geldt dat ook deze betaling volgens Easysent kan worden verrekend met het gestorte voorschot.
4.13.
Het voorgaande betekent dat SLE haar outbounddiensten ten onrechte heeft opgeschort. SLE is daarmee tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de HOT. Easysent was dus gerechtigd de HOT te ontbinden. De voorzieningenrechter begrijpt dat Easysent, naar zij stelt, geen vertrouwen meer had in de totstandkoming van een ‘
final agreement’. Easysent heeft de HOT in haar brief van
5 oktober 2023 per direct ontbonden en SLE een termijn gegeven tot uiterlijk 31 oktober 2023 om de containers af te geven. Die termijn komt de voorzieningenrechter allerzins redelijk voor. Door de schikkingsonderhandeling van partijen na de mondelinge behandeling en het verzoek van partijen om het wijzen van een vonnis om die reden nog even aan te houden, is die datum inmiddels verstreken. Partijen hebben in totaal 2,5 week aanhouding gevraagd. Daarmee rekening houdend zal de voorzieningenrechter de datum bepalen op 1 december 2023.
4.14.
De conclusie is dat de vordering van Easysent wordt toegewezen en de vordering van SLE wordt afgewezen.
Buitengerechtelijke kosten
4.15.
Easysent heeft onder het petitum van haar dagvaarding vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Het Rapport BGK-integraal is op deze zaak van toepassing. Easysent heeft echter niet gesteld dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventuele herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan Easysent vergoeden vordert moet daarom worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten. De vordering van Easysent tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
4.16.
SLE is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Easysent als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
109,33
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.079,00
- nakosten
271,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.037,33
4.17.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de proceskosten in reconventie op nihil te stellen, aangezien de vorderingen in conventie en reconventie met elkaar samenhangen en Easysent geen bijzondere procesverrichtingen in reconventie heeft verricht.
4.18.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt SLE om alle noodzakelijke medewerking te verlenen op basis van ongedaanmaking van de HOT en de gehele samenwerking, bestaande uit zowel feitelijke als rechtshandelingen, aan het leveren van outbounddiensten dan wel vrijgeven van de 197 containers uit haar warehouse (met inachtneming van de benodigde zorgvuldigheid), zodanig dat SLE op 1 december 2023 alle 197 containers aan Easysent of direct aan Easysent’s contractspartijen heeft geleverd,
5.2.
veroordeelt SLE om aan Easysent een dwangsom te betalen van € 60.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de veroordeling onder 5.1. voldoet, tot een maximum van € 2.000.000,00 is bereikt,
5.3.
bepaalt dat geen dwangsommen zullen worden verbeurd voor zover dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht, in aanmerking genomen de mate waarin aan de beslissing is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de overtreding,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen van SLE af,
in conventie en in reconventie
5.5.
veroordeelt SLE in de proceskosten, aan de zijde van Easysent tot dit vonnis vastgesteld op € 2.037,33, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als SLE niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, moet SLE € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hermans en in tegenwoordigheid van mr. Hartman als griffier het openbaar uitgesproken op 28 november 2023.

Voetnoten

1.zaaknummer C/02/413396 / KG ZA 23-421
2.artikel 1.12 HOT