In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 november 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die samen met twee medeverdachten ruim 4 kilo harddrugs, bestaande uit heroïne en cocaïne, heeft vervoerd. De verdachte, geboren in 1998 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd op 25 mei 2023 aangehouden tijdens een verkeerscontrole. In zijn auto werd een rugzak met harddrugs aangetroffen. De verdachte ontkende wetenschap te hebben van de drugs, maar de rechtbank oordeelde dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat er harddrugs aanwezig waren. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opzettelijk de harddrugs heeft vervoerd.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor een lagere straf, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien zijn strafblad en eerdere veroordelingen voor drugsdelicten, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 20 maanden moest krijgen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden. De rechtbank benadrukte dat de verdachte een kans moest krijgen om een drugsvrije toekomst op te bouwen, maar dat dit alleen mogelijk was als hij zich aan de voorwaarden zou houden. De rechtbank gelastte ook de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van € 1.320,00.