ECLI:NL:RBZWB:2023:8216
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten en griffierecht in WIA-zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2023, wordt het verzoek van verzoeker om veroordeling van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van UWV van 9 november 2022, maar trok dit beroep in nadat UWV op 27 juli 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen. In deze gewijzigde beslissing werd enkel het deel van het voorschot van de WIA-uitkering teruggevorderd waar verzoeker, gezien zijn inkomsten, geen recht op had. De rechtbank heeft UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar UWV heeft hierop niet gereageerd. Wel had UWV in de gewijzigde beslissing op bezwaar al de proceskosten voor de bezwaarfase toegekend.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek om proceskostenveroordeling kennelijk gegrond is. Volgens de wet kan de bestuursrechter, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank concludeert dat UWV inderdaad tegemoet is gekomen aan verzoeker door de terugvordering te verlagen. Verzoeker krijgt een vergoeding van zijn proceskosten van € 837,- en UWV is verplicht het door verzoeker betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.