ECLI:NL:RBZWB:2023:8209

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
AWB- 23_4038
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de verjaring van gemeentegrond door de rechtbank

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen een brief van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere behandeld. De brief, gedateerd 22 juni 2023, betreft de beoordeling van eisers beroep op verjaring met betrekking tot een strook gemeentegrond van ongeveer 25 m² voor zijn woning. De rechtbank oordeelt dat zij kennelijk onbevoegd is om deze zaak te behandelen en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:1 van de Awb een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Echter, het verzoek van eiser om de gemeentegrond terug te geven, is niet gedaan in het kader van de bestuursrechtelijke taken van het college, maar als eigenaar van de gemeentegrond. Dit betekent dat de beoordeling van het beroep op verjaring niet kan worden gezien als een publiekrechtelijke rechtshandeling, en dat er dus geen beroep bij de bestuursrechter mogelijk is.

De rechtbank wijst erop dat het geschil voorgelegd kan worden aan de civiele rechter, in overeenstemming met artikel 8:71 van de Awb. De rechtbank verklaart zich uiteindelijk onbevoegd in deze zaak. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/4038

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 november 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats 1] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen de brief van het college van 22 juni 2023 waarin eisers beroep op verjaring met betrekking tot de strook gemeentegrond van ongeveer 25 m² voor zijn woning aan de [adres] in [plaats 2] wordt beoordeeld.
1.1.
Omdat de rechtbank kennelijk onbevoegd is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Artikel 8:1 van de Awb bepaalt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Artikel 1:3, eerste lid, van de Awb bepaalt dat onder een besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Een rechtshandeling is een handeling die op rechtsgevolg is gericht. Dit betekent dat feitelijke handelingen en privaatrechtelijke rechtshandelingen in beginsel buiten de bevoegdheid van de bestuursrechter vallen en dus tot het domein van de civiele rechter behoren.
2.1.
Het verzoek om de gemeentegrond terug te geven, is niet gedaan in het kader van de bestuursrechtelijke taken en bevoegdheden van het college, maar als eigenaar van de gemeentegrond. Wie, al dan niet door verjaring, eigenaar is van de gemeentegrond is privaatrechtelijk geregeld. De beoordeling van het beroep op verjaring kan dus niet gezien worden als een publiekrechtelijke rechtshandeling. Er is dan ook geen beroep bij de bestuursrechter mogelijk.
3. De rechtbank merkt, in overeenstemming met artikel 8:71 van de Awb, op dat het geschil voorgelegd kan worden aan de civiele rechter.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 17 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.