Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 november 2023 in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2023, wordt het verzoek van een vader om proceskostenvergoeding beoordeeld. De vader, die optreedt als vertegenwoordiger van zijn minderjarige dochter, had eerder een aanvraag ingediend voor een Nederlands paspoort op 6 april 2023. Na het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Buitenlandse Zaken, heeft de minister alsnog het paspoort verstrekt, waardoor de vader zijn beroep heeft ingetrokken. De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, maar de minister heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank oordeelt dat de minister tegemoet is gekomen aan de vader door het paspoort alsnog te verstrekken. Hierdoor is het verzoek om proceskostenvergoeding kennelijk gegrond. De rechtbank kent een vergoeding van € 418,50 toe voor de proceskosten, aangezien de gemachtigde van de vader een beroepschrift heeft ingediend en er verder geen andere kosten zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Daarnaast moet de minister het door de vader betaalde griffierecht van € 184,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.