Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het op 28 februari 2023 ter griffie ontvangen verzoekschrift met producties;
- het daarop ontvangen verweerschrift met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 2 oktober 2023;
- de ter mondelinge behandeling overgelegde pleitnota van [verweerster] .
2.De feiten
“(…) Op uw verzoek stuur ik u hierbij de vordering die het mogelijk maakt de bestaande overeenkomsten (d.d. 25 april 2008) tussen u en [verzoeker] met betrekking tot de financiering en hypotheken die horen bij het huis aan de [adres] te [plaats 2] te ontbinden. (…) In de notariële overeenkomst is verder vastgelegd dat bij opzegging van de overeenkomst [verzoeker] recht heeft op 1/4 van de vrije verkoopwaarde van het huis verminderd met de waarde van de geldlening van de Rabobank op dat moment.
de oorspronkelijk ingelegde eigen middelen van [verzoeker] € 97.285,36
1/4 van de huidige overwaarde van het huis aan de [adres] te [plaats 2] , hiervoor dient door een onafhankelijke makelaar ene waardebepaling te worden gedaan, zoals beschreven in de notariële overeenkomst. (…)”.