4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
02/157620-22
1
op 21 juni 2022 te [plaats] , [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] meermalen (met kracht)
- aan de haren te trekken en
- bij de keel te pakken en te knijpen en
- in het gezicht te slaan;
2
op 21 juni 2022 te [plaats] , opzettelijk en wederrechtelijk een auto, die aan [slachtoffer] toebehoorde heeft beschadigd;
3
op 24 juni 2022 te [plaats] , opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, die aan [slachtoffer] toebehoorde heeft vernield;
4
in de periode van 21 juni 2022 tot en met 24 juni 2022 te [plaats] , [slachtoffer] heeft bedreigd, met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen: “Jij bent van mij en je komt nooit van mij af, ik houd je in de gaten. Als je een andere vent zou zien dan maak ik je af en erna maak ik jou af” en “Ik zal alles in de fik steken, alle ramen en deuren van de woning opblazen.” en “vandaag brandt
je huis af”;
1
op 26 juni 2022 te [plaats] opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met benzine, ten gevolge waarvan een auto, merk Hyundai met [kenteken 1] en een auto, merk Suzuki met [kenteken 2] , gedeeltelijk zijn verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor die auto's en de spullen in die auto's, te duchten was;
2
op 26 juni 2022 te [plaats] opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 26 juni 2022 gegeven door de officier van justitie te Zeeland-West-Brabant kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich niet zal ophouden en zich begeven op/in de [straatnaam] te [plaats] en binnen een straal van 250 meter van de woning [huisnummer ] en op geen enkele wijze
contact mag hebben met [slachtoffer]
door zich te hebben begeven in/op de [straatnaam] nabij de woning gelegen aan [huisnummer ] en telefonisch contact te hebben gezocht met die [slachtoffer] ;
3
in de periode van 21 juni 2022 tot en met 3 augustus 2022 te [plaats] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] ,
door die [slachtoffer] meermalen te bellen en sms/app-berichten te sturen en (bedreigende) voicemailberichten in te spreken en rozen te laten bezorgen en haar auto in de brand te steken met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen;
02/203898-23op 13 juli 2023 te [plaats] opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met benzine, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten een auto, een Citroen met [kenteken 3] , en auto's in de nabijheid, te duchten was.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.