Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 17 november 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet (ZW)-uitkering door het UWV. Het UWV had op 17 oktober 2022 besloten de uitkering van eiseres te beëindigen per 18 november 2022, omdat zij meer dan 65% van haar loon zou kunnen verdienen. Eiseres had bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard op 9 mei 2023. De rechtbank behandelde de zaak op 2 november 2023, waarbij eiseres en de vertegenwoordiger van het UWV, mr. J.F.C.A.M. Weterings, aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht de ZW-uitkering heeft beëindigd. De beoordeling is gebaseerd op rapporten van een verzekeringsarts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep, die de medische situatie van eiseres hebben onderzocht. Eiseres had aangevoerd dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld, maar de rechtbank concludeert dat de medische onderzoeken zorgvuldig zijn uitgevoerd en dat de vastgestelde beperkingen passend zijn bij haar aandoeningen. De rechtbank volgt de conclusie van de verzekeringsarts dat eiseres in staat is om met algemeen geaccepteerde arbeid meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op een proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierechten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 november 2023, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.