ECLI:NL:RBZWB:2023:8090

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
AWB- 23_9757 en 23_10041
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de bestuursrechter bij schadevergoeding door feitelijke werkzaamheden en vergunningen

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 november 2023, beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen de brieven van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, waarin de aansprakelijkstellingen van eiser worden afgewezen. Eiser stelt dat hij schade heeft geleden door graafwerkzaamheden nabij zijn woning en door lozingen van vluchtige organische stoffen (VOCl's) op het milieu. De rechtbank oordeelt dat zij onbevoegd is om te oordelen over de schadevergoeding, omdat de schade niet het gevolg is van een onrechtmatig besluit of handeling van het bestuursorgaan. De rechtbank stelt vast dat de schade aan de woning het gevolg is van feitelijke werkzaamheden en dat er geen bewijs is dat een onrechtmatig besluit van het college de oorzaak is van deze schade. Evenzo is er geen bewijs dat de vergunning die in 1993 is verleend onrechtmatig is, waardoor de rechtbank ook niet bevoegd is om te oordelen over de schade door lozingen van VOCl's. De rechtbank verklaart zich daarom onbevoegd en verwijst eiser naar de civiele rechter voor het indienen van een schadeclaim.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/9757 en 23/10041

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 november 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [plaats], eiser,

en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eisers tegen verweerders brieven van 12 en 19 september 2023 waarin verweerder na heroverweging de aansprakelijkstellingen van eiser af blijft wijzen. Eiser heeft verweerder aansprakelijk gesteld voor schade door graafwerkzaamheden nabij zijn woning en de gevolgen van het lozen van VOCl’s op het milieu. Verweerder geeft aan dat hiertegen geen bezwaar mogelijk is en verwijst naar de rechtbank. De beroepen zijn uitdrukkelijk ingesteld bij het team bestuursrecht.
1.1.
Omdat de rechtbank kennelijk onbevoegd is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De bestuursrechter is slechts bevoegd een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die een belanghebbende leidt of zal leiden indien die schade het gevolg is van een onrechtmatig besluit, een onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een besluit of het te laat besluiten. [1] Een besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. [2] De bestuursrechter is dus uitsluitend bevoegd om zich uit te spreken over de schadevergoeding als deze het gevolg is van een onrechtmatige publiekrechtelijke rechtshandeling.
2.1
Met betrekking tot de schade aan zijn woning stelt de rechtbank vast dat dit het gevolg is van feitelijke werkzaamheden. Niet is gesteld of gebleken dat een onrechtmatig besluit van het college de oorzaak is van deze schade. De bestuursrechter is daarom niet bevoegd het bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van de schade.
2.2
Met betrekking tot de schade als gevolg van lozingen van VOCl’s op het milieu stelt eiser dat dit (mede) het gevolg is van een in 1993 verleende vergunning. Niet is gesteld of gebleken dat deze vergunning onrechtmatig is verleend. De bestuursrechter is daarom ook niet bevoegd het bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van de schade.
2.3
De bestuursrechter is niet bevoegd verweerder te veroordelen in vergoeding van de schade van eiser. Eiser zal zich moeten wenden tot de civiele rechter. De rechtbank zal zich onbevoegd verklaren.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr.drs. R.J. Wesel, griffier, op 16 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:88 van de Awb
2.Artikel 1:3, eerste lid van de Awb.