In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand, dat op 25 april 2023 de afwijzing van een handhavingsverzoek in stand heeft gelaten. Eiser, wonende aan de [adres 1] te [plaats 1], heeft eerder handhavingsverzoeken ingediend en stelt dat het bedrijf van de derde-partij, gevestigd aan [adres 2], het bestemmingsplan overtreedt door het af- en aanrijden van quads op een groenstrook. De rechtbank heeft de zaak op 28 september 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigden van het college en de derde-partij aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft geoordeeld dat er geen overtreding van het bestemmingsplan plaatsvond. De rechtbank stelt vast dat de strook grond waarop het handhavingsverzoek betrekking heeft, bestemd is voor uitsluitend afschermende groenvoorzieningen. Eiser's argument dat het constant aan- en afrijden van voertuigen een overtreding vormt, wordt door de rechtbank niet gevolgd. De rechtbank oordeelt dat het college op juiste gronden heeft vastgesteld dat het gebruik van de strook voor het parkeren en verplaatsen van voertuigen niet in strijd is met het bestemmingsplan, omdat de planregels onvoldoende duidelijkheid bieden over het toegestane gebruik.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van het handhavingsverzoek door het college in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter J.M.J.C. Paijmans en is geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.