Op 14 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. Janssen, de rechter belast met de behandeling van een strafzaak. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 31 augustus 2023 en was gebaseerd op de stelling dat de verzoeker geen toegang had gekregen tot het volledige dossier van zijn strafzaak, wat volgens hem de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zou kunnen brengen. De verzoeker had eerder het Arrondissementsparket Zeeland-West-Brabant verzocht om het dossier, maar dit verzoek was niet ingewilligd. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was, omdat de verzoeker zijn bezwaren niet ter zitting had kunnen bespreken met de rechter. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. Aangezien het verzoek tot wraking ongegrond werd verklaard, werd er geen mondelinge behandeling van het verzoek gehouden. De rechtbank besloot dat de behandeling van de strafzaak met parketnummer 01-085603-22 en raadkamernummer 23-006926 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing door het wrakingsverzoek.