ECLI:NL:RBZWB:2023:8034

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
C/02/413419 HA RK 23-195
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • P. Peters
  • M. van der Weide
  • J. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk ongegrond wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak

Op 14 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. Janssen, de rechter belast met de behandeling van een strafzaak. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 31 augustus 2023 en was gebaseerd op de stelling dat de verzoeker geen toegang had gekregen tot het volledige dossier van zijn strafzaak, wat volgens hem de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zou kunnen brengen. De verzoeker had eerder het Arrondissementsparket Zeeland-West-Brabant verzocht om het dossier, maar dit verzoek was niet ingewilligd. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was, omdat de verzoeker zijn bezwaren niet ter zitting had kunnen bespreken met de rechter. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. Aangezien het verzoek tot wraking ongegrond werd verklaard, werd er geen mondelinge behandeling van het verzoek gehouden. De rechtbank besloot dat de behandeling van de strafzaak met parketnummer 01-085603-22 en raadkamernummer 23-006926 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing door het wrakingsverzoek.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie: Breda
Procedurenummer: C/02/413419/HA RK/23-195
Beslissing van 14 september 2023 inzake het wrakingsverzoek ex artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker] ,
wonende te [plaats] ,
verzoeker.

1.Procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt onder meer uit:
- het op 31 augustus 2023 ontvangen wrakingsverzoek;
- het op 3 september 2023 ontvangen mailbericht van mr. Janssen;
- het op 6 september 2023 ontvangen mailbericht van verzoeker.

2.Het verzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van mr. Janssen, hierna te noemen de rechter, belast met de behandeling van de zaken met parketnummer 01-085603-22 en raadkamernummer 23-006926 op de gronden die verzoeker heeft uiteengezet in zijn wrakingsverzoek.
2.2.
Verzoeker legt aan zijn verzoek tot wraking, blijkens de door hem overgelegde stukken, het volgende ten grondslag. Op 23 augustus 2023 heeft verzoeker het Arrondissementsparket Zeeland-West-Brabant verzocht om afgifte van het complete dossier met parketnummer 01-085603-22 voor uiterlijk 28 augustus 2023 om 17.00 uur. Aan dat verzoek is geen gehoor gegeven. Bij behandeling van de drie bezwaarschriften van verzoeker van 27 juni 2022, 1 augustus 2022 en 16 februari 2023 tegen de drie dagvaardingen, doet een rechter direct uitspraak. Dat vereist dat de behandelend rechter het complete dossier in bezit heeft en van de inhoud daarvan kennis moet hebben genomen, zodat op basis van alle informatie uit het complete dossier een uitspraak kan worden gedaan. Het parket onthoudt niet alleen verzoeker, maar ook de behandelend rechter delen van het dossier. Onder meer ontbreken een brief van het Openbaar Ministerie van 3 november 2021 en een e-mail van 17 augustus 2022 van een gewraakte rechter in de rechtbank Oost-Brabant. Toezending van deze e-mail is geweigerd door de voorzitter van de wrakingskamer en door de President van de rechtbank Oost-Brabant, terwijl de plaatsvervangend procureur-generaal heeft aangegeven in dit kader geen bevoegdheden te hebben. De e-mail is relevant, omdat deze de basis vormt voor de genomen verwijzingsbeslissing. Verzoeker wenst op zijn verzoek gehoord te worden, maar om persoonlijke redenen is hij voorlopig niet in staat een zitting bij te wonen. Hij verzoekt dan ook een zitting te plannen na half november 2023.
2.3
De rechter berust niet in het verzoek tot wraking.

3.De beoordeling

Beoordelingskader
3.1
Op grond van artikel 512 Sv kan een verdachte of het Openbaar Ministerie elk van de rechters die een strafzaak behandelt wraken op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2
Voorop moet worden gesteld, dat bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van een rechter als uitgangspunt dient, dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert dat een rechter ten aanzien van een procespartij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.3
De wrakingskamer is van oordeel dat het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond is. Het verzoek is gebaseerd op de weigering van het Openbaar Ministerie (en de voorzitter van de wrakingskamer en President van de rechtbank Oost-Brabant) om processtukken aan verzoeker toe te zenden. Hij meent dat de rechter op basis van een incompleet dossier geen uitspraak kan doen. Dit had naar het oordeel van de wrakingskamer ter zitting met de rechter besproken kunnen worden, waarna zij een beslissing had kunnen nemen over het vermeende incomplete dossier. Als gevolg van het wrakingsverzoek is het nog niet tot een zitting gekomen. Op voorhand kan de rechter in dit geval niet van partijdigheid, dan wel de schijn daarvan, worden beticht en is daarvan ook niet gebleken.
3.4
Omdat sprake is van een kennelijk ongegrond wrakingsverzoek laat de wrakingskamer een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege.

4.Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond,
  • bepaalt dat de behandeling van de zaak met parketnummer 01-085603-22 en raadkamernummer 23-006926 zullen worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van de schorsing wegens de indiening van dit verzoek.
Deze beslissing is gegeven op 14 september 2023, door mr. Peters, voorzitter, mr. Van der Weide en mr. De Roos, in tegenwoordigheid van mr. Verhulst-Langer, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.