ECLI:NL:RBZWB:2023:8031
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) behandeld. Eiser had op 4 december 2022 verzocht om een herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de WAO. De rechtbank heeft besloten het beroep versneld te behandelen, omdat het kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit besluit is genomen op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat het mogelijk maakt om zonder zitting uitspraak te doen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiser per aangetekende brief op 18 juli 2023 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te voldoen, maar eiser heeft hier niet aan voldaan. Er is geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht gegeven, wat betekent dat de rechtbank geen andere keuze had dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank benadrukt dat het betalen van griffierecht een voorwaarde is voor het instellen van beroep en dat het niet tijdig betalen leidt tot niet-ontvankelijkheid, tenzij er een goede reden is voor het verzuim. Aangezien eiser geen reden heeft opgegeven voor het niet betalen, blijft het bestreden besluit van het UWV in stand. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.