ECLI:NL:RBZWB:2023:7978
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Veroordeling college tot betaling van proceskosten na intrekking beroep tegen besluit om gegevens in BRP te wijzigen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 7 november 2023, wordt het verzoek van verzoekers om een veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht in de proceskosten beoordeeld. Verzoekers hebben hun beroep ingetrokken tegen het besluit van het college van 29 december 2022, omdat het college op 19 september 2023 hun verzoek om wijziging van gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) heeft gehonoreerd. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop het college heeft gereageerd.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek om proceskostenveroordeling gegrond is. Volgens de wet kan de bestuursrechter een bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval heeft het college dat gedaan door de gegevens in de BRP aan te passen. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en stelt de hoogte van de vergoeding vast. Verzoekers hebben recht op vergoeding van de proceskosten in zowel de bezwaar- als beroepsprocedure, maar er zijn geen kosten voor rechtsbijstand gemaakt door een derde.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de reiskosten van verzoekers naar de hoorzitting en de zitting van de rechtbank voor vergoeding in aanmerking komen, evenals de kosten die verzoekers hebben gemaakt voor hun bezoeken aan de Iraakse ambassade in Den Haag. De totale proceskosten die het college moet vergoeden aan verzoekers bedragen € 138,74, inclusief het griffierecht van € 184,- dat ook door het college moet worden vergoed. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.