ECLI:NL:RBZWB:2023:7976

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
02-276278-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met schizofrenie en middelenstoornis

Op 16 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en een stoornis in het gebruik van alcohol en stimulantia. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De betrokkene verblijft sinds 26 april 2023 in een Forensische Psychiatrische Kliniek (FPK) en is gediagnostiseerd met schizofrenie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico hoog is als het huidige tbs-kader wegvalt, maar laag is binnen het huidige kader. De deskundigen hebben geadviseerd om de tbs te verlengen, omdat er nog onvoldoende gewerkt is aan de delictgerelateerde factoren en er nog geen sprake is van verlof of een uitstroomdoel. De rechtbank heeft de conclusies van de tbs-kliniek en de externe gedragsdeskundigen overgenomen en vastgesteld dat aan de wettelijke eisen voor verlenging van de maatregel is voldaan. De beslissing om de tbs met twee jaar te verlengen is unaniem ondersteund door alle betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/276278-22
beslissing van de meervoudige kamer van 16 november 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1974 te [plaats 1]
thans verblijvende in Forensische Psychiatrische Kliniek (hierna: FPK)
[FPK] te [plaats 2]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het adviesrapport van de [psychiater] van 5 augustus 2023;
- het adviesrapport van FPK [FPK] (hierna: tbs-kliniek) van 6 september 2023;
- het adviesrapport van de [psycholoog] van 27 september 2023;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid
van betrokkene;
- de vordering van de officier van justitie van 6 oktober 2023, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: tbs) met twee jaar.

2.De procesgang

Op 11 september 2020 is betrokkene door de rechtbank in Kopenhagen, Denemarken, veroordeeld tot plaatsing in een psychiatrische instelling voor onbepaalde tijd wegens een poging tot doodslag, een bedreiging en het dragen van een mes. Deze uitspraak is onherroepelijk geworden op 26 november 2020.
Op grond van artikel 2:12 juncto 2:11 lid 5 van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties is de tenuitvoerlegging daarvan overgedragen aan Nederland en aangepast naar een tbs met verpleging van overheidswege met een termijn van verlenging van een jaar, omdat de door Denemarken opgelegde sanctie naar zijn aard onverenigbaar is met het Nederlands recht. Verder is hierbij bepaald dat conform artikel 6:6:12 lid 3 Wetboek van Strafvordering door een psycholoog en psychiater rapport diende te worden opgemaakt.
De rechtbank constateert dat het in deze zaak gaat om misdrijven zoals bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De termijn van de tbs is op 8 november 2022 aangevangen.
Ter zitting van 2 november 2023 is de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door raadsman mr. L.C. de Lange, advocaat te Utrecht, die waarnam voor mr. W. Hendrickx. Verder is mevrouw [deskundige] , klinisch neuropsycholoog/regiebehandelaar bij de tbs-kliniek, gehoord als deskundige.

3.Het advies van de tbs-kliniek

Uit het rapport van de tbs-kliniek leidt de rechtbank af dat betrokkene sinds 26 april 2023 in die tbs-kliniek verblijft. Betrokkene is gediagnostiseerd met schizofrenie en een stoornis in het gebruik van alcohol en stimulantia, thans in remissie. Betrokkene krijgt een medicamenteuze behandeling met een antipsychoticum in depotvorm en is momenteel niet psychotisch. Hij erkent het belang van het gebruik van medicatie, toont ziekte-inzicht, werkt mee aan het dagprogramma en de delictanalyse en uit zich gemotiveerd.
Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog als het huidige tbs-kader nu wegvalt. Binnen het huidige kader van de tbs, structuur en setting en het huidige risicomanagement wordt dat risico ingeschat als laag.
Binnen de huidige opname is nog onvoldoende gewerkt aan de delictgerelateerde factoren.
Er is nog geen sprake van verlof en er is nog geen uitstroomdoel geformuleerd vanwege het nog maar korte verblijf van betrokkene in de tbs-kliniek in Nederland. Het behandelverloop en - te zijner tijd - het verloop van vrijheden (verlof) zullen bepalen hoe het definitieve resocialisatietraject vormgegeven kan worden. Geadviseerd wordt om de termijn van de tbs te verlengen met twee jaar. Een jaar is onvoldoende om goed in beeld te kunnen krijgen welke risicofactoren er spelen ten aanzien van psychose en terugval in middelengebruik en medicatie-ontrouw.
De deskundige heeft ter zitting toegevoegd dat de delictanalyse inmiddels is afgerond en de risicofactoren in kaart worden gebracht. Er is een stijgende lijn zichtbaar, maar als de huidige zorgkaders nu wegvallen, is de kans groot dat betrokkene terugvalt in middelengebruik. Dat vergroot bij hem de kans op een psychose en daarmee ook delictgedrag. Daarom moet dat patroon worden doorbroken, waarvoor moet worden onderzocht wat voor betrokkene de prikkels zijn geweest om terug te vallen in middelengebruik, zeker nu deze terugvallen zich daadwerkelijk in Denemarken tijdens de behandeling hebben voorgedaan. De deskundige heeft het verlengingsadvies gehandhaafd.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

Uit zowel het rapport van de psychiater als psycholoog leidt de rechtbank onder meer af dat betrokkene lijdt aan schizofrenie en een stoornis in gebruik van alcohol en stimulantia, thans in remissie onder toezicht.
Het recidiverisico wordt door beide deskundigen op grond van de klinische inschatting en de risicotaxatie ingeschat als laag. Als het huidige kader plots zou wegvallen is het de vraag of betrokkene in staat is psychiatrische zorg voor zichzelf te realiseren en is de inschatting dat het recidiverisico kan oplopen naar hoog, zeker als hij niet medicatietrouw is en de symptomen van schizofrenie zouden verergeren. Ook is het van belang dat hij abstinent blijft van middelen om niet het risico op een psychose, en daarmee het recidiverisico, te verhogen.
Betrokkene is nog niet gestart op de behandelafdeling. Verlof is op dit moment nog niet in zicht. Feitelijk staat betrokkene aan het begin van zijn resocialisatietraject. Daarom hebben beide deskundigen geadviseerd de termijn van de tbs met verpleging van overheids- wege te verlengen met twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

Onder verwijzing naar voornoemde rapportages heeft de officier van justitie de vordering tot verlenging met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging is het eens met de officier van justitie en refereert zich daarom aan het oordeel van de rechtbank.

7.Het oordeel van de rechtbank

Vooropgesteld wordt dat een tbs-maatregel kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van deze maatregel eist. Dit houdt concreet in dat het recidivegevaar nog aanwezig moet zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geest- vermogens.
De rechtbank leidt uit de rapportages af dat betrokkene nog altijd lijdt aan schizofrenie en een stoornis in gebruik van alcohol en stimulantia, thans in remissie onder toezicht. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat er bij hem dus nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
Zonder het huidige tbs-kader schatten zij het recidiverisico in als hoog.
De rechtbank neemt de conclusies en adviezen van de tbs-kliniek en de gedragsdeskundigen over en stelt vast dat aan de wettelijke eisen voor verlenging van de maatregel is voldaan.
Als uitgangspunt geldt dat de tbs-maatregel dient te worden verlengd met een termijn van twee jaar als aannemelijk is dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die nog resteert bij een verlenging van de tbs met een termijn van één jaar. Betrokkene is pas sinds 26 april 2023 in de tbs-kliniek geplaatst. Betrokkene is nog niet gestart op de behandelafdeling en er is nu nog geen sprake van verlof. Hij zet zich goed in, maar staat nog aan het begin van het resocialisatietraject. Daar komt bij dat alle betrokken partijen het eens zijn over een verlenging met twee jaar.

8.De beslissing.

De rechtbank
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.F.C. Janssen, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en
mr. J.C.A.M. Los, rechters, in tegenwoordigheid van M.C.C. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 november 2023.
Mr. Beudeker is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.