Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
2. van 1 december 2021 tot en met 8 januari 2023 meerdere malen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met zijn aan zijn zorg toevertrouwde kleindochter die toen 6 - en later 7 - jaar oud was;
3. van 1 januari 2020 tot en met 16 januari 2023 kinderporno in zijn bezit heeft gehad.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
de penisvan verdachte in de vagina of tussen de schaamlippen, van [slachtoffer] . Verdachte ontkent dit te hebben gedaan. [slachtoffer] heeft dit op zondag 8 januari 2023 - na de logeerpartij bij haar opa, verdachte - ook niet aan haar moeder verteld, terwijl zij toen wel heeft verteld over andere seksuele handelingen die verdachte met haar had gepleegd. Pas tijdens haar studioverhoor op 10 januari 2023 heeft [slachtoffer] verklaard dat verdachte zijn piemel heeft geprobeerd in haar vagina en het gaatje van haar billen te doen en er toen een beetje in ging. [slachtoffer] is mogelijk in de tussentijd onbewust beïnvloed door haar ouders en heeft dat daarom tijdens het studioverhoor verklaard. De raadsvrouw is dan ook van mening dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor dit deel van het ten laste gelegde onder feit 1. Voor de overige onder dit feit beschreven handelingen, heeft zij geen bewijsverweer gevoerd.
op tijdstippen in de periode van 1 december 2021 tot en met 8 januari 2023 te [plaats] , gemeente Steenbergen, met een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2015, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, telkens handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en zijn, verdachtes, tong en vinger en penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht;
- als opa - op tijdstippen in de periode van 1 december 2021 tot en met 8 januari 2023 te [plaats] , gemeente Steenbergen, telkens ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2015,
hebbende verdachte de vagina en de billen van die [slachtoffer] gelikt en de billen en de buik van die [slachtoffer] gekust en de vagina en billen van die [slachtoffer] betast en die [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis laten likken en betasten;
op tijdstippen in de periode van 27 december 2020 tot en met 16 januari 2023 te [plaats] , gemeente Steenbergen, telkens afbeeldingen, te weten foto’s en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een harde schijf, van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
;
- affectieschade tot een bedrag van € 1.500,= (6:107 lid 1 onder b BW);
(6:106 sub b BW).
- affectieschade€ 1.500
,=(6:107 lid 1 onder b BW);
,=(6:106 sub b BW).
De ontvankelijkheid van de vorderingen
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met
en dat verdachte tijdens de gesprekken met de reclassering bespreekt hoe hij
benadeelde partij [slachtoffer]van € 10.000,=, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 8 januari 2023 tot aan de dag der voldoening;
benadeelde partij [moeder slachtoffer](moeder van [slachtoffer] ) van € 1.299,34, bestaande uit verplaatste materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 8 januari 2023 tot aan de dag der voldoening;
benadeelde partij [vader slachtoffer](vader van [slachtoffer] ) niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
[slachtoffer](feiten 1 en 2), € 10.000,= te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf
slachtoffer