Uitspraak
1.[gedaagde01] B.V.,
2.
[gedaagde02] B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
De vergoeding die huurder verschuldigd is voor de door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende levering van zaken en diensten wordt bepaald overeenkomstig 18 van de algemene bepalingen.(…)
Zoals jou bekend was ik tot eind juli werkzaam als parkbeheerder op het [vakantiepark01] . Ik was verantwoordelijk voor de dagelijkse contacten en het reilen en zeilen op het park en deed deze werkzaamheden voor [bedrijf01] / [gedaagde02] en [gedaagde01] .
3.Het geschil
€ 33.156,12,
4.De beoordeling
De staat van het gehuurde op de opleveringsdatum is beschreven in het als bijlagen aan te hechten en door partijen geparafeerd proces-verbaal van oplevering.’ In het proces-verbaal van oplevering bedoelen partijen dus op te nemen wat de staat is waarin het gehuurde verkeert bij aanvang huur. Deze bepaling regelt het vastleggen van de staat van het gehuurde op het moment van ter beschikkingstelling daarvan aan de huurder, zodat – in beginsel – bij de oplevering door de huurder aan de verhuurder bij einde huur, verhuurder het bewijsvermoeden zoals bepaald in de tweede zin van artikel 7:224 lid 2 BW, niet krijgt tegengeworpen. Het proces-verbaal van oplevering heeft dus uitsluitend wat betreft de staat van het gehuurde een bewijsfunctie, zij het dat partijen, zo is door [eiser01] onbetwist gesteld, in artikel 3.1 van de algemene voorwaarden een van artikel 7:224 lid 2 BW afwijkend beding zijn overeengekomen. Uit de tekst van artikel 1.1 volgt niet dat het opmaken van het proces-verbaal voorwaarde is voor het laten ingaan van de huurovereenkomst en dat van oplevering van het gehuurde geen sprake kan zijn als daarvan geen proces-verbaal is opgesteld. [gedaagde02] en [gedaagde01] hebben niet onderbouwd dat partijen bij het aangaan van de huurovereenkomst dat wel hebben bedoeld overeen te komen, dan wel feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat zij mochten verwachten dat dat was overeengekomen.
- kosten van de dagvaarding € 115,63
- griffierecht € 1.384,00
- salaris gemachtigde
5.De beslissing
naar de handelskamer van deze rechtbank, zittingslocatie Middelburg, en wel naar de rol van woensdag 25 oktober 2023,
;
- € 364.282,96 (inclusief btw),
- € 30.000,00,
- € 5.384,04 en
- € 104.750,00,