In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld tegen het niet tijdig beslissen door het UWV op haar bezwaar tegen de afwijzing van haar WIA-aanvraag. Eiseres had op 16 december 2022 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag om een WIA-uitkering, maar het UWV heeft niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van zeventien weken beslist. Eiseres heeft het UWV op 10 juli 2023 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar gezien de omstandigheden, waaronder een achterstand bij het UWV, wordt de termijn verlengd naar vier maanden. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast moet het UWV het griffierecht van € 50,- vergoeden en een proceskostenvergoeding van € 418,50 aan eiseres betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.