9.De beslissing
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte voor de onder 1 subsidiair en 3 subsidiair tenlastegelegde feiten;
- verklaart de officier van justitie voor het overige ontvankelijk;
-
spreekt verdachte vrijvan de onder 1 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 2: feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feit 4: feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij Emergis Verslavingsreclassering (adres Vrijlandstraat 33e, 4337 EA te Middelburg, telefoonnummer 0113-267290), en zich daarna zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich laat diagnosticeren en behandelen door Emergis, Forensische Zorg Zeeland of een soortgelijke zorgverlener, zulks te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol en drugs om zo het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* dat verdachte meewerkt aan begeleiding door de afdeling Maatschappelijk Justitiële Dienstverlening (MJD) van Emergis, zolang de reclassering dit nodig acht.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 15.636,25, waarvan € 10.636,25 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 januari 2020 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 1] , € 15.636,25 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 januari 2020 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 113 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 2.500,-, aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 11 december 2013 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2] , € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 11 december 2013 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 35 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. J. Bergen en
mr. A.B. Scheltema Beduin, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Holtgrefe, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 november 2023.
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.