ECLI:NL:RBZWB:2023:7914

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
AWB- 23_157
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling korpschef tot betaling van proceskosten na intrekking beroep

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2023, wordt het verzoek van verzoeker om veroordeling van de korpschef in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de korpschef van 30 november 2022, maar trok dit beroep in nadat de korpschef op 25 april 2023 een gewijzigd besluit had genomen. De rechtbank heeft de korpschef in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop de korpschef zich conformeerde aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank oordeelt dat, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft de korpschef op 25 april 2023 het eerder bestreden besluit aangepast, wat betekent dat de korpschef aan verzoeker is tegemoetgekomen. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent verzoeker een vergoeding van € 837,- toe, omdat de gemachtigde van verzoeker een beroepschrift heeft ingediend. Daarnaast is de korpschef verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden.

De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/157 WET

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2023 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. M.A. de Boer),
en

de korpschef van politie, de korpschef

(gemachtigde: mr. N.D.A.M. van Dorst).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om een veroordeling van de korpschef in de proceskosten. Verzoeker heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van zijn beroep tegen het besluit van de korpschef van 30 november 2022. Hij heeft het beroep ingetrokken omdat de korpschef op 25 april 2023 dit besluit heeft vervangen door een gewijzigd besluit.
1.1.
De rechtbank heeft de korpschef in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. De korpschef heeft de rechtbank meegedeeld dat de korpschef zich conformeert aan het oordeel van de rechtbank.
1.2.
De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wanneer wordt een bestuursorgaan in de proceskosten veroordeeld?
3. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2]
Is de korpschef aan verzoeker tegemoetgekomen?
4. De rechtbank moet dus beoordelen of de korpschef geheel of gedeeltelijk aan verzoeker is tegemoetgekomen.
4.1.
Op 11 januari 2023 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 30 november 2022 waarbij aan hem een overzicht is verstrekt van verwerking van zijn persoonsgegevens op grond van de Wet politiegegevens. De korpschef heeft op 25 april 2023 dit overzicht aangepast omdat de verwerking in het systeem Summ-IT ten onrechte niet in dit overzicht waren opgenomen. Hiermee is de korpschef tegemoetgekomen aan het beroep van verzoeker.
Welk bedrag aan proceskosten moet de korpschef aan verzoeker vergoeden?
5. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk gegrond toe. Verzoeker krijgt een vergoeding van zijn proceskosten. De korpschef moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 837,- omdat de gemachtigde van verzoeker een beroepschrift heeft ingediend. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
Krijgt verzoeker een vergoeding van het griffierecht?
6. De rechtbank wijst erop dat de korpschef verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden. [3] Verzoeker moet zich hiervoor tot de korpschef wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de korpschef tot betaling van € 837,- aan proceskosten aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier, op 7 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:75a van de Awb en is nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Dit volgt uit artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.