ECLI:NL:RBZWB:2023:7914
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling korpschef tot betaling van proceskosten na intrekking beroep
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2023, wordt het verzoek van verzoeker om veroordeling van de korpschef in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de korpschef van 30 november 2022, maar trok dit beroep in nadat de korpschef op 25 april 2023 een gewijzigd besluit had genomen. De rechtbank heeft de korpschef in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop de korpschef zich conformeerde aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank oordeelt dat, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft de korpschef op 25 april 2023 het eerder bestreden besluit aangepast, wat betekent dat de korpschef aan verzoeker is tegemoetgekomen. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent verzoeker een vergoeding van € 837,- toe, omdat de gemachtigde van verzoeker een beroepschrift heeft ingediend. Daarnaast is de korpschef verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).