ECLI:NL:RBZWB:2023:7913
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om schadevergoeding wegens onduidelijke schadeoorzaak door overheidsinstanties
Op 6 juni 2023 heeft verzoeker digitaal een verzoekschrift ingediend bij de bestuursrechter, waarin hij verschillende overheidsinstanties aansprakelijk stelt voor schade die hij en zijn vrouw zouden hebben geleden. De bestuursrechter heeft het verzoek zonder zitting beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. Verzoeker heeft een verzoekschrift en meerdere aanvullingen ingediend, maar de bestuursrechter kon niet afleiden welke specifieke schadeoorzaak aan de schade ten grondslag ligt. Verzoeker heeft niet voldaan aan de eisen die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) stelt aan een verzoek om schadevergoeding, waaronder de noodzaak om de schadeoorzaak te specificeren.
De bestuursrechter heeft verzoeker op 22 juni 2023 verzocht om nadere specificatie van de schadeoorzaak en de betrokken overheidsinstanties, maar de ontvangen reacties waren wederom niet specifiek genoeg. Hierdoor kon de bestuursrechter het verzoek niet beoordelen. De bestuursrechter overweegt dat, voor zover verzoeker onrechtmatige feitelijke handelingen van de overheidsinstanties heeft willen aanvoeren, hij daarvoor een vordering kan indienen bij de civiele rechter.
De beslissing van de bestuursrechter is dat het verzoek om schadevergoeding niet-ontvankelijk wordt verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, op 6 november 2023. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.