ECLI:NL:RBZWB:2023:7874

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
10 november 2023
Zaaknummer
AWB- 23_3701
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan ingebrekestelling in bestuursrechtelijke procedure

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 november 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een afwijzende beschikking van 6 maart 2023, maar stelde geen ingebrekestelling op voor haar bezwaarschrift van 29 maart 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres niet heeft voldaan aan de vereiste procedurele stappen die in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn vastgelegd. De rechtbank wijst erop dat een ingebrekestelling noodzakelijk is om het beroep ontvankelijk te maken. Aangezien eiseres geen ingebrekestelling heeft verstuurd, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/3701

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. N. Kose-Albayrak),
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar bezwaarschrift van 29 maart 2023 tegen de afwijzende beschikking herziening toets € 30.000,- van 6 maart 2023.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
Is het beroep ontvankelijk?
3. Als de betrokkene geen ingebrekestelling stuurt, is het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet inhoudelijk kan beoordelen. In dit geval heeft eiseres geen ingebrekestelling voor het bezwaarschrift van 29 maart 2023 verstuurd. De ingebrekestelling van 23 juni 2023, die eiseres met het beroepschrift heeft meegestuurd, heeft namelijk betrekking op het bezwaarschrift/herzieningsverzoek van 16 februari 2023 tegen de afwijzende beschikking eerste toets € 30.000,- van 4 maart 2022. Op dat bezwaarschrift/herzieningsverzoek was juist al beslist met de afwijzende beschikking herziening toets € 30.000,- van 6 maart 2023.
3.1.
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, omdat eiseres geen ingebrekestelling voor het bezwaarschrift van 29 maart 2023 heeft verstuurd. Dat betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 9 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.