In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het verlenen van een omgevingsvergunning aan hun buren, de vergunninghouder, voor het plaatsen van een buitenunit van een airco op het adres [adres] 9 te [plaatsnaam]. Het college heeft de vergunning verleend met het besluit van 24 juni 2021. Na bezwaar van eisers heeft het college op 13 januari 2022 het bezwaar ongegrond verklaard en de vergunning in stand gelaten. De rechtbank heeft het beroep op 3 januari 2023 behandeld, waarbij eisers, hun gemachtigde, de gemachtigde van het college en de vergunninghouder aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelt of het college terecht vergunning heeft verleend voor de buitenunit. De eisers stellen dat de locatie van de unit niet duidelijk genoeg is en dat de akoestische berekening niet klopt. De rechtbank oordeelt dat de buitenunit voldoet aan de eisen van het bouwbesluit en dat het college terecht heeft vertrouwd op de gegevens van de fabrikant. De rechtbank concludeert dat de vergunning is verleend in overeenstemming met de geldende voorschriften en dat de geluidsoverlast binnen de gestelde normen blijft.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het college terecht de vergunning heeft verleend en dat het bestreden besluit in stand kan blijven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van andere kosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 februari 2023 en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.