2.3.[gedaagde in conventie01] voert verweer en concludeert dat [eiser in conventie01] niet ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, althans dat hem de vordering moet worden ontzegd. In reconventie vordert [gedaagde in conventie01] , primair:
1. de tussen [gedaagde in conventie01] en [eiser in conventie01] gesloten aannemingsovereenkomst te ontbinden;
2. [eiser in conventie01] te veroordelen tot (terug-)betaling van enig bedrag, nader op te maken bij staat;
Subsidiair:
3. [eiser in conventie01] te veroordelen om het overeengekomen werk binnen twee maanden na het in dezen te wijzen vonnis conform de aannemingsovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende vergunning, tekeningen en rapportages naar eisen van goed en deugdelijk werk op te leveren aan [gedaagde in conventie01] , zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [eiser in conventie01] in gebreke is aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 200.000,00, althans een zodanige veroordeling als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
Zowel primair als subsidiair
4. [eiser in conventie01] te veroordelen tot, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, betaling van een bedrag van € 2.180,77 per maand (of gedeelte van de maand) vanaf 19 juni 2023 tot aan de dag der ontbinding van de aannemingsovereenkomst (zoals primair gevorderd) dan wel de dag van oplevering (zoals subsidiair gevorderd) dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dag;
5. [eiser in conventie01] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting betaling van een bedrag van € 2.240,00 exclusief btw, € 2.710,40 inclusief btw;
6. [eiser in conventie01] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan.