Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 12 februari 2020 onder klager in beslag is genomen: een personenauto, merk Volkswagen, type Polo, kleur grijs met [kenteken] (hierna te noemen: de personenauto)
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 12 februari 2020 onder klager in beslag is genomen: een geldbedrag van € 48.220,- (hierna te noemen: geldbedrag)
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 12 februari 2020 onder klager (nogmaals) in beslag is genomen: een geldbedrag van € 30.000,- (hierna te noemen: nogmaals in beslag genomen geldbedrag)
- het klaagschrift, ingediend op 7 april 2023 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het verweerschrift van het Openbaar Ministerie;
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
.
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).