ECLI:NL:RBZWB:2023:778
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de 30%-bewijsregel voor ingekomen werknemers in het belastingrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 februari 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had op 3 november 2020 de 30%-bewijsregel voor ingekomen werknemers aan belanghebbende toegekend, met een looptijd van 1 oktober 2020 tot en met 17 mei 2025. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank behandelde het beroep op 13 januari 2023, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en meerdere inspecteurs aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelt de ingangsdatum van de 30%-bewijsregeling. Belanghebbende stelt dat deze datum moet worden vastgesteld op 16 augustus 2020, de datum waarop hij in Nederland arriveerde voor zijn dienstbetrekking bij [BV]. De inspecteur sluit zich aan bij dit standpunt. Tijdens de zitting wordt overeengekomen dat de rechtbank de zaak terugwijst naar de inspecteur om opnieuw op het bezwaar te beslissen, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank.
De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en wijst de zaak terug naar de inspecteur. Tevens wordt bepaald dat de inspecteur het griffierecht van € 49,- aan belanghebbende moet vergoeden en dat belanghebbende recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 1.674,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H. Bogert, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A. van Beijsterveldt, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.