Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.1. De procedure
- het tussenvonnis van 2 december 2020 met alle daarin vermelde stukken;
- de van de zijde van [eiser] in het geding gebrachte producties, genummerd 16 en 17;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling gehouden op 2 november 2023 en de bij die gelegenheid overgelegde spreekaantekeningen.
2.Waar gaat deze zaak over?
€ 520.000,-. In de koopovereenkomst, gebaseerd op de NVM-koopakte, zijn partijen een financieringsvoorbehoud overeengekomen. [gedaagde] heeft hier een beroep op gedaan en de woning niet afgenomen. [eiser] vindt dat [gedaagde] zich te laat en onvoldoende gedocumenteerd op het financieringsvoorbehoud heeft beroepen en dat zij wist, althans moest weten, dat het verkrijgen van financiering voor de woning voor haar onmogelijk zou zijn. Volgens [eiser] is de koopovereenkomst dan ook niet rechtsgeldig ontbonden door [gedaagde] . [eiser] stelt dat hij de koopovereenkomst heeft ontbonden, nadat [gedaagde] de overeengekomen waarborgsom niet stortte en ook geen bankgarantie stelde. Hij vordert, in de kern, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de overeengekomen boete van 10% van de koopsom.
3.De motivering
nagenoeg” alle noodzakelijke documenten heeft aangeleverd aan NIBC, zodat hieruit blijkt dat niet alle noodzakelijke documenten zijn overgelegd.
- griffierecht € 1.301,00
- kosten advocaat € 2.366,00 (2 x tarief 4 € 1.183,-)