ECLI:NL:RBZWB:2023:7723

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
C/02/412189 / FA RK 23-3513
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Noort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van de stiefvader als voogd over een minderjarige na overlijden van de moeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 september 2023 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voogdij over de minderjarige [minderjarige01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de stiefvader, [de stiefvader01], te belasten met de voogdij, aangezien de moeder van [minderjarige01] op 9 mei 2023 is overleden en er een gezagsvacuüm is ontstaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder eerder het eenhoofdig gezag over [minderjarige01] had, maar na haar overlijden is er geen wettelijke vertegenwoordiger meer. De biologische vader heeft een voorkeurspositie, maar de Raad heeft geadviseerd om hem niet met het gezag te belasten vanwege ernstige bezwaren van [minderjarige01] tegen omgang met hem, wat heeft geleid tot automutilatie. De stiefvader heeft zich bereid verklaard om de voogdij op zich te nemen en is in staat om de noodzakelijke beslissingen te nemen voor [minderjarige01]. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van [minderjarige01] is dat de stiefvader met de voogdij wordt belast, gezien de omstandigheden en de betrokkenheid van hulpverlening. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummer: C/02/412189 / FA RK 23-3513
Datum uitspraak: 11 september 2023
beschikking betreffende voorziening voogdij
in de zaak van
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
locatie Middelburg, hierna te noemen: de Raad,
betreffende de minderjarige:
[minderjarige01] ,geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2010,
hierna te noemen: [minderjarige01] .
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
[de stiefvader01] ,
hierna te noemen: de stiefvader,
wonende te [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de volgende stukken:
- het op 1 [huwelijksdatum01] 2 023 van de Raad ontvangen verzoek tot belasting met voogdij;
- de bereidverklaring tot voogdij d.d. 10 juli 2023.

2.De feiten

2.1
De moeder van [minderjarige01] , mevrouw [de moeder01] , is op [huwelijksdatum01] 2 014 in het huwelijk getreden met de stiefvader.
2.2
Bij beschikking van 11 april 2023 is de moeder met het eenhoofdig gezag over [minderjarige01] belast.
2.3
De moeder is op 9 mei 2023 overleden.
2.4
[minderjarige01] woont bij de stiefvader.

3.Het verzoek

3.1
De Raad verzoekt de stiefvader te belasten met de voogdij over de minderjarige [minderjarige01] .

4.De standpunten

4.1
De Raad voert in het verzoek en tijdens de mondelinge behandeling aan dat er momenteel sprake is van een gezagsvacuüm ten aanzien van [minderjarige01] . Bij beschikking van 11 april 2023 is het gezag van de vader van [minderjarige01] beëindigd en is de moeder met het eenhoofdig gezag over [minderjarige01] belast. De moeder van [minderjarige01] is echter op 9 mei 2023 onverwachts overleden. Op grond van de wet heeft de biologische vader een voorkeurspositie ten aanzien van het openstaand gezag maar de Raad vindt het niet in het belang van [minderjarige01] om hem opnieuw met het gezag over haar te belasten. Het gezag van de vader is nog maar recent beëindigd en [minderjarige01] heeft daarnaast ernstige bezwaren tegen omgang met haar vader, wat heeft geleid tot automutilatie. De stiefvader van [minderjarige01] is bereid om de voogdij over [minderjarige01] op zich te nemen. Hij wil de noodzakelijk juridische besluiten omtrent [minderjarige01] kunnen nemen. De stiefvader is ook in staat om de voogdij over [minderjarige01] uit te oefenen. De stiefvader zit momenteel in een heel lastige situatie omdat de moeder van [minderjarige01] is overleden, maar stiefvader stelt zich heel sterk op. Er is veel hulpverlening betrokken. Zo heeft hulp van [zorgorganisatie01] in de vorm van huishoudelijke en administratieve hulp en ontvangt hij IPT vanuit [zorgorganisatie02] . Daarnaast heeft de stiefvader om de week een gesprek met de praktijkondersteuner van de huisarts. [minderjarige01] woont al langere tijd bij de stiefvader in huis en de Raad heeft er alle vertrouwen in dat de stiefvader in staat is om de voogdij over haar uit te oefenen.
4.2
De stiefvader voert tijdens de mondelinge behandeling aan dat het zwaar is nu de moeder van [minderjarige01] is overleden. De stiefvader en de kinderen krijgen veel hulp van familie en vrienden. Ook is er veel hulpverlening betrokken via [zorgorganisatie01] en [zorgorganisatie02] . Ook krijgen de stiefvader en de kinderen momenteel psychologische hulp vanuit [praktijk01] . [minderjarige01] woont al langere tijd bij de stiefvader in huis en hij is bereid is om de voogdij over haar uit te oefenen. Het zou fijn zijn als hij met de voogdij over haar wordt belast zodat hij beslissingen over haar kan nemen.

5.De beoordeling

5.1
Ingevolge artikel 1:253g BW juncto artikel 1:280 BW bepaalt de rechtbank dat in het geval de ouder die overlijdt het gezag over het minderjarige kind alleen uitoefent de overlevende ouder of een derde met het gezag over het minderjarige kind wordt belast. De rechtbank doet dit op verzoek van de Raad, de overlevende ouder of ambtshalve. Op grond van lid 3 van artikel 1:253g BW wordt het verzoek slechts afgewezen als het belang van de minderjarige zich tegen inwilliging verzet.
5.2
Op grond van de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken is de rechtbank van oordeel dat het in het belang van [minderjarige01] is dat de stiefvader met de voogdij over haar wordt belast. Er is momenteel sprake van een gezagsvacuüm nu de moeder van [minderjarige01] , die eenhoofdig het ouderlijk gezag over haar uitoefende, is overleden. Er dient zo spoedig mogelijk in het gezag over [minderjarige01] te worden voorzien. De Raad heeft eind 2022 geconstateerd dat het onderwerp vader tot automutilatie bij [minderjarige01] heeft geleid en dat vader eerdere afspraken met betrekking tot omgang met [minderjarige01] niet of onvoldoende is nagekomen. [minderjarige01] woont inmiddels al langere tijd in het gezin van stiefvader en stiefvader kan goed aansluiten bij de behoeftes van [minderjarige01] . Daarnaast staat de stiefvader open voor hulpverlening die hem kan ondersteunen in de opvoeding van [minderjarige01] . Het belang van [minderjarige01] verzet zich tegen ouderlijk gezag door vader. Stiefvader heeft zich schriftelijk en mondeling bereid verklaard de voogdij over [minderjarige01] op zich te nemen. De rechtbank zal het verzoek van de Raad dan ook toewijzen en de stiefvader benoemen als voogd over [minderjarige01] .
5.3
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren omdat het voor de ontwikkeling van [minderjarige01] noodzakelijk is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1
benoemt over voornoemde minderjarige
[minderjarige01] ,geboren op [geboortedatum01] 2010 te [geboorteplaats01] tot voogd: de heer [de stiefvader01] , wonende te [postcode01] [plaats01] aan de [adres01] ;
6.2
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven op 11 september 2023 door mr. Van Noort, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Duerink-Bottinga als griffier en op schrift gesteld op 6 oktober 2023.
Mededeling van de griffier:
Tegen deze beschikking kan voor zover het een eindbeschikking betreft hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een procureur worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.