ECLI:NL:RBZWB:2023:7703

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
C/02/414109 / KG ZA 23-456 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Hermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming interim-bestuurder en schorsing bestuurder in kort geding tussen aandeelhouders van een tandartsenpraktijk

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, hebben de eisers, bestaande uit [eiser01] B.V. en [eiser02], een conventionele vordering ingediend tot benoeming van een interim-bestuurder voor de tandartsenpraktijk [gedaagde03]. De eisers stellen dat er een onwerkbare situatie is ontstaan tussen hen en de gedaagden, [gedaagde01] B.V. en [gedaagde02], die ook aandeelhouders zijn van de praktijk. De gedaagden hebben in reconventie een schorsing van [eiser01] B.V. als bestuurder van [gedaagde03] gevorderd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij de vorderingen, gezien de stilstand in de besluitvorming binnen de vennootschap. De rechtbank heeft de benoeming van een interim-bestuurder toegewezen, met de heer [naam] als kandidaat, en heeft tevens de gedaagden verboden negatieve uitlatingen te doen over de eisers. De rechtbank heeft de kosten van de procedure gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 3 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/414109 / KG ZA 23-456
Vonnis in kort geding van 3 november 2023
in de zaak van

1.[eiser01] B.V,

te [plaats01] ,
2.
[eiser02],
te [plaats02] , [gemeente] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers] , en afzonderlijk [eiser01] BV en [eiser02] ,
advocaat: mr. M.C.J. Oonk-Pallandt en mr. M. Habets,
tegen

1.[gedaagde01] B.V.,

te [plaats01] ,
2.
[gedaagde02],
te [plaats01] ,
3.
[gedaagde03] B.V.,
te [plaats01] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
sub 1 en sub 2 hierna samen te noemen: [gedaagden] , en afzonderlijk [gedaagde01] BV en [gedaagde02] ,
sub 3 hierna te noemen: [gedaagde03] ,
advocaat: mr. J. Tulfer en mr. P.N.M. de Gier.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding van 10 oktober 2023, met producties genummerd 1 tot en met 23,
 de conclusie van antwoord in kort geding, tevens aankondiging eis in reconventie, tevens akte overlegging producties in conventie en reconventie, van de zijde van [gedaagden] en [gedaagde03] , ter griffie ingekomen op 19 oktober 2023, met producties genummerd 1 tot en met 14,
 de akte wijziging eis tevens akte tot het in het in het geding brengen van aanvullende producties, van de zijde van [eisers] met producties genummerd 24 tot en met 61,
 de akte overlegging nadere producties van de zijde van [gedaagden] en [gedaagde03] , ter griffie ingekomen op 20 oktober 2023, met producties genummerd 15 tot en met 17,
 de brief d.d. 23 oktober 2023 van de zijde van [gedaagden] en [gedaagde03] met een
ongenummerde productie,
 de mondelinge behandeling van 23 oktober 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt,
 de tijdens de mondelinge behandeling overgelegde pleitnota’s van [eisers]
en [gedaagden] en [gedaagde03] ,
 de tijdens de mondelinge behandeling overgelegde statuten van [gedaagde03] ,
 het e-mailbericht d.d. 27 oktober 2023 van de zijde van [eisers] ,
 het e-mailbericht d.d. 27 oktober 2023 van de zijde van [gedaagden] en [gedaagde03] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de onbetwiste inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:
 [eiser02] en [gedaagde02] hebben een affectieve relatie gehad en zijn de ouders van een tweejarige dochter.
 [eiser02] en [gedaagde02] hebben in 2021 samen [gedaagde03] opgericht, die
wordt gevoerd in de vennootschap [gedaagde03] (hierna te noemen: de tandartsenpraktijk). Via [eiser01] BV en [gedaagde01] BV zijn [eiser02] en [gedaagde02] ieder voor 50% aandeelhouder en bestuurder van [gedaagde03] .
 [eiser02] en [gedaagde02] zijn beiden tandarts en werkzaam in de tandartsenpraktijk.
 Omstreeks april 2023 is er een einde gekomen aan de affectieve relatie tussen [eiser02] en [gedaagde02] .
 [eiser02] heeft het appartement aan het [adres01] , waar zij met zijn drieën woonden, verlaten en is tijdelijk ingetrokken bij haar ouders.
 Op 14 september 2023 is de tandartsenpraktijk (tijdelijk) gesloten.
 Begin oktober is de tandartsenpraktijk weer geopend en sinds 12 oktober 2023 is
[gedaagde02] weer werkzaam als tandarts in de tandartsenpraktijk. [eiser02] heeft sinds de opening alleen nog administratieve werkzaamheden verricht.
 Sinds de beëindiging van de affectieve relatie hebben er diverse incidenten tussen
[eiser02] en [gedaagde02] plaatsgevonden, waarvan ook het personeel van de tandartsenpraktijk getuige is geweest. Partijen maken elkaar over en weer diverse verwijten, waardoor een onwerkbare situatie is ontstaan en de besluitvorming binnen [gedaagde03] stil is komen te liggen.
 [eiser02] en [gedaagde02] zijn samen, ieder voor 50%, eigenaar van een nieuwbouwwoning staande en gelegen aan de [adres02] . De woning is opgeleverd
maar niet bewoond.

3.Het geschil

3.1.
In conventievordert [eisers] – na wijziging van eis – dat de voorzieningenrechter bij vonnis bij wijze van voorlopige voorziening, uitvoerbaar bij voorraad:
Ten aanzien van de praktijk:
1. voor de periode vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis tot aan het moment dat de aandelen in [gedaagde03] zullen zijn verkocht en geleverd (aan een der partijen of aan een derde), danwel [gedaagde03] zal zijn geliquideerd, danwel een splitsing van de vennootschap zal zijn bewerkstelligd, een door de voorzieningenrechter aan te wijzen persoon als interim-bestuurder benoemt met doorslaggevende stem in de besluitvorming, met de bepaling dat het vonnis in de plaats treedt van de daartoe in de algemene vergadering van [gedaagde03] uit te brengen stemmen en het daartoe in die vergadering te nemen besluit en in dat licht te benoemen enige door de voorzieningenrechter daartoe capabel geachte persoon en bepaalt dat deze persoon maximaal 24 uur per week werkzaamheden mag verrichten tegen een uurtarief van maximaal € 200,00 exclusief BTW en dat de kosten die deze persoon rekening brengt ten laste komen van [gedaagde03] en bepaalt dat [eiser01] BV en [eiser02] en [gedaagde01] BV en [gedaagde02] geen uitgaven mogen doen namens [gedaagde03] en geen verplichtingen mogen aangaan namens [gedaagde03] zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de te benoemen interim-bestuurder;
2. partijen gebiedt om voor de periode vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis tot aan het moment dat de aandelen in [gedaagde03] zullen zijn verkocht en geleverd (aan een der partijen of aan een derde), danwel [gedaagde03] zal zijn geliquideerd, danwel een splitsing van de vennootschap zal zijn bewerkstelligd, ieder om de week de volledige openingsuren van de praktijk als verantwoordelijk tandarts in [gedaagde03] werkzaam te zijn, met dien verstande dat de week dat de één de zorg heeft voor hun dochtertje de ander die week de praktijk draait en te gebieden dat de partij die geen praktijk draait in die week op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per keer de praktijk niet betreedt;
3. [gedaagden] en [gedaagde03] gebiedt op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding en € 1.000,00 voor iedere dag dat een overtreding voortduurt binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis [eisers] onbelemmerde toegang te verschaffen tot de praktijkruimte van [gedaagde03] door haar sleutels te verschaffen van de sloten die door c.q. in opdracht van [gedaagden] recent onbevoegdelijk zijn gewijzigd en [eisers] de meest recente alarmcodes te verschaffen, althans alle maatregelen te treffen die voor onbelemmerde toegang tot de praktijk nodig zijn en [eisers] onbelemmerde toegang te geven tot het systeem van de patiëntenzorg, genaamd Exquise, en deze toegang in stand te houden;
4. [gedaagden] verbiedt op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 5.000,00 per overtreding negatieve uitlatingen te doen over [eisers] jegens derden, waaronder in het bijzonder patiënten en personeel, als ook te verbieden uitlatingen te doen met de strekking dat [eisers] niet meer in de praktijk werkzaam zouden zijn en/of niet meer daarin zouden terugkeren;
Ten aanzien van de woningen die eigendom zijn van partijen:
5.
1. de woningen aan de [adres02] en [adres03] , binnen 5 dagen na het in deze te wijzen vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, in verkoop te geven aan [makelaar] , gevestigd aan de [adres04] , zulks volgens het onderstaande spoorboekje;
2. dat de vraag- en laatprijs voor de woningen aan de [adres02] en De [adres03] door [makelaar] na overleg met partijen zal worden bepaald, waarbij partijen een verkoopovereenkomst voor de woningen beogen binnen een termijn van drie maanden na het in deze te wijzen vonnis. Mocht binnen deze termijn geen koopovereenkomst voor de woningen tot stand zijn gekomen dan zal conform het advies van de makelaar de vraag­/laatprijs worden herzien, overeenkomstig welke advies partijen behoren mee te werken aan een verkoop van de woningen;
3. partijen alle adviezen en instructies van de verkopend makelaar in verband met de verkoop van de woningen aan de [adres02] en [adres03] dienen op te volgen;
4. de woningen aan de [adres02] en [adres03] , binnen drie maanden na de door de koper(s) ondertekende koopovereenkomst, bij een door de koper(s) aan te wijzen notaris, door partijen aan de koper(s) dient te worden overgedragen/notarieel geleverd;
5. ieder van partijen op verzoek van de notaris een volmacht voor de overdracht/notariële levering van de woningen aan de [adres02] en [adres03] aan de koper(s) dient te ondertekenen;
6. de verkoopopbrengst van de woningen aan de [adres02] en [adres03] , na aflossing van (het restant van) de hypotheekschulden, voldoening van de makelaarskosten, voldoening van de notariskosten en voldoening van eventuele andere verkoopkosten, tussen partijen dient te worden verdeeld, zodat ieder van partijen de helft van de (netto) verkoopopbrengst ontvangt;
7. althans een verdeling van de eenvoudige gemeenschap vast te stellen c.q. een wijze van verdeling van de eenvoudige gemeenschap te gelasten als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
voor het geval [gedaagde02] niet meewerkt aan het te koop aanbieden van de woningen aan de [adres02] en [adres03] binnen de in punt 1 gevorderde termijn:
8. [eiser02] overeenkomstig artikel 3:174 lid 1 BW te machtigen tot het te gelde maken van de woningen aan de [adres02] en [adres03] , alsmede haar te machtigen om alles te doen wat noodzakelijk is om de woningen aan de [adres02] en [adres03] ten spoedigste ter verkoop aan te bieden, alsmede haar te machtigen voor de daadwerkelijke verkoop van de woningen aan de [adres02] en [adres03] , en
9. primair: daarbij te bepalen dat het vonnis van de voorzieningenrechter in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde02] voor het in de verkoop geven van de woningen aan de [adres02] en [adres03] bij [makelaar] te [plaats01] ;
10. te bepalen dat het door de voorzieningenrechter in deze te wijzen vonnis in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde02] voor de aanvaarding van een bod van (een) derde(n) op de woningen aan de [adres02] en [adres03] , te bepalen dat het in deze te wijzen vonnis van de voorzieningenrechter in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde02] voor de eigendomsoverdracht van de woningen aan de [adres02] en [adres03] aan de koper(s), althans dat het in deze te wijzen van de voorzieningenrechter in de plaats treedt van de tot levering van de woningen aan de [adres02] en [adres03] aan de koper(s) bestemde akte van levering;
11. subsidiair: op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag die [gedaagde02] in gebreke blijft aan de inhoud van het in deze door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis te voldoen, met een maximum van € 50.000,00;
12. althans een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren.
13. voor het geval [gedaagde02] niet binnen de door uw Voorzieningenrechter te bepalen termijn meewerkt aan het te koop aanbieden van de woningen aan de [adres02] en [adres03] :
14. [eiser02] te machtigen de woningen aan de [adres02] en [adres03] te laten bezichtigen door belangstellenden / taxateurs / makelaars / (bouw)deskundigen onder de verplichting van afgifte van de sleutels van [gedaagde02] , welke machtiging [eiser02] door de deurwaarder ten uitvoer kan doen leggen, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie.
en voorts:
6. [gedaagde01] BV en [gedaagde02] hoofdelijk, althans ieder voor zich, te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
In reconventievordert [eisers in reconventie] dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
1. [verweerder in reconventie01] BV schorst als statutair bestuurder van [eiser in reconventie03] vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis tot aan de datum waarop de verkoop van de aandelen van de ene aandeelhouder aan de andere aandeelhouder (of aan een derde), dan wel een splitsing of liquidatie van de vennootschap is geëffectueerd of de activiteiten op een andere wijze definitief worden gestaakt of er door de Ondernemingskamer een andere voorziening wordt getroffen die de bestaande bestuurscrisis opheft;
2. [verweerders in reconventie] verbiedt om gedurende de schorsing bestuurshandelingen te verrichten voor [eiser in reconventie03] op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding, met een maximum van € 100.000,00.
3. [verweerder in reconventie02] verbiedt om gedurende de schorsing het praktijkgebouw van [eiser in reconventie03] te betreden, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding, met een maximum van € 100.000,00;
4. [verweerders in reconventie] veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis de door [verweerders in reconventie] meegenomen roerende zaken van [eiser in reconventie03] zoals gespecifieerd in randnummer [nummer] af te (laten) geven tegen ontvangstbevestiging op het adres van [eiser in reconventie03] op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat niet aan de veroordeling wordt voldaan, met een maximum van € 100.000,00;
Subsidiair:
5. Een onafhankelijke derde benoemt als derde bestuurder van [eiser in reconventie03] , met dien verstande dat de kosten die deze bestuurder in rekening brengt ten laste komen van [eiser in reconventie03] en deze bestuurder een doorslaggevende stem krijgt in de besluitvorming vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis tot aan de datum waarop de verkoop van de aandelen van de ene aandeelhouder aan de andere aandeelhouder (of aan een derde), dan wel een splitsing of liquidatie van de vennootschap is geëffectueerd of de activiteiten op een andere wijze definitief worden gestaakt of er door de Ondernemingskamer een andere voorziening wordt getroffen die de bestaande bestuurscrisis opheft;
onder veroordeling van [verweerders in reconventie] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Partijen weerspreken elkaars vorderingen. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of partijen ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang hebben. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.2.
[eisers] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat partijen niet langer kunnen samenwerken en daardoor niet tot de noodzakelijke besluitvorming kunnen komen, waardoor [gedaagde03] dagelijks schade ondervindt. Om tot een werkbare situatie te komen ziet [eisers] zich genoodzaakt om bij wijze van voorlopige voorziening de benoeming te vragen van een interim-bestuurder en afspraken te maken over de wijze waarop de tandartsenpraktijk in de tussentijd moet worden gevoerd.
Naast dit zakelijke geschil hebben partijen ook een persoonlijk geschil dat ziet op de verdeling van de onroerende zaken van partijen. Bij eiswijziging heeft [eiser02] voor de wijze van verdeling ‘een spoorboekje’ opgesteld.
4.3.
Hetgeen [gedaagden] in reconventie vordert sluit min of meer aan bij hetgeen [eisers] in conventie vordert. [gedaagden] ziet ook de noodzaak in van de benoeming van een interim-bestuurder voor [gedaagde03] . Primair vordert [gedaagden] echter de schorsing van [eiser01] BV als bestuurder en de daarbij behorende verboden.
Ten aanzien van het persoonlijke geschil heeft [gedaagde02] de voorzieningenrechter bij brief d.d. 23 oktober 2023 bericht dat partijen over de wijze van verdeling overeenstemming hebben bereikt en daarbij ook het appartement in [plaats03] hebben betrokken. De sancties bij het niet nakomen van het spoorboekje zullen voor beide partijen gelden en pas in werking treden nadat een redelijke termijn is gesteld om de verplichting alsnog na te komen. Tevens wordt afgesproken dat van de bankrekening waarop de huurpenningen van het appartement in [plaats03] worden ontvangen uitsluitend kosten voor dat appartement zullen worden voldaan.
4.4.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze hieronder gezamenlijk worden behandeld.
De praktijk
4.5.
Het spoedeisend belang bij de vorderingen ten aanzien van het zakelijk geschil tussen partijen volgt uit de stelling van beide partijen dat er een onwerkbare situatie is ontstaan en de besluitvorming in [gedaagde03] op dit moment stil ligt.
Schorsing
4.6.
In hetgeen [gedaagden] heeft aangevoerd ziet de voorzieningenrechter geen reden om over te gaan tot de ingrijpende maatregel van schorsing. Beide partijen maken elkaar over en weer ernstige verwijten. In het kader van dit kort geding kan niet vastgesteld worden dat [eisers] een zodanig ernstig verwijt treft dat het niet langer verantwoord is haar als bestuurder aan te houden. Beide partijen zijn eigenaar van de tandartsenpraktijk en daar ook werkzaam. Tot de ontvlechting heeft plaatsgevonden zijn beide partijen gerechtigd tot het aandeelhouderschap, het bestuurderschap en het uitoefenen van de praktijk als tandarts.
Interim-bestuurder
4.7.
Vast staat wel dat partijen niet meer in staat zijn gezamenlijk de vennootschap te besturen. Partijen zijn het er over eens dat er een interim-bestuurder benoemd moet worden en hebben daartoe contact gezocht met Movimento. Movimento heeft de heer [naam] aangedragen. Deze interim-bestuurder hanteert een vergoeding van € 163,00 per uur excl. BTW en heeft aangegeven na een intakegesprek met beide partijen aan te zullen geven of hij de opdracht definitief zal aanvaarden. Partijen hebben de voorzieningenrechter dan ook gezamenlijk verzocht om de heer [naam] , of een andere door Movimento geselecteerde kandidaat, tegen een uurtarief van maximaal € 163,00 excl. BTW te benoemen tot interim-bestuurder van [gedaagde03] , waarbij deze kosten – en de kosten voor de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering – ten laste van [gedaagde03] worden gebracht. Zijn opdracht zal luiden:
‘het middels een doorslaggevende stem in de besluitvorming besturen van de vennootschap en aansturen van de tansartsenpraktijk’. Eventueel zou hij een rol kunnen spelen bij het bereiken van een ontvlechting van de samenwerking tussen beide aandeelhouders in onderling overleg. Partijen hebben ter zitting aangegeven het er over eens te zijn dat er geen limiet wordt gesteld op het aantal uren dat deze interim bestuurder werkzaam zal zijn, omdat nu nog niet te voorzien is hoeveel tijd er, vooral in het begin, nodig is. De conventionele vordering onder 1. en de subsidiaire reconventionele vordering zullen dan ook, met inachtneming van het voorgaande, worden toegewezen als na te melden.
Overige afspraken
4.8.
Tegen de formulering van de conventionele vorderingen onder 2. tot en met 4. als zodanig is geen verweer gevoerd. Deze zullen worden toegewezen, met dien verstande dat partijen niet verplicht worden om in de hen toegewezen week werk te verrichten, zoals gevorderd onder 2., maar in de gelegenheid worden gesteld om die week de praktijk te voeren. Ten aanzien van het gevorderde verbod onder 4. heeft te gelden dat dit verbod voor beide partijen, over en weer, zal gelden.
Dwangsommen
4.9.
De gevorderde dwangsommen zullen worden gemaximeerd zoals vermeld in het dictum.
De onroerende zaken
4.10.
Met betrekking tot het persoonlijk geschil omtrent de verdeling van de onroerende zaken hebben partijen ter zitting overeenstemming bereikt over de wijze van verdeling en het te volgen spoorboekje, zoals hieronder in het dictum is verwoord. Mochten (één der) partijen hun medewerking niet aan de genoemde procedure verlenen, dan kan de meest gerede partij aan de rechtbank vragen te worden gemachtigd ex artikel 3:174 lid 1 BW.
4.11.
Met betrekking tot het appartement in [plaats03] geldt dat dit appartement op dit moment wordt verhuurd. De huurpenningen worden gestort op een gezamenlijke rekening bij Revolut Bank in de UK. Partijen komen overeen dat van deze bankrekening geen bedragen meer worden opgenomen anders dan ter voldoening van de kosten in verband met het appartement en, in dat geval, na schriftelijke toestemming van beide partijen. Na verkoop van het appartement en voldoening van voornoemde kosten, zal het saldo van de bankrekening aan ieder van partijen bij helfte toekomen. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat partijen het overeengekomen spoorboekje ten aanzien van alle onroerende zaken stipt nakomen.
Proceskosten
4.12.
De rechtbank ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie en in reconventie
5.1.
gelast de wijze van verdeling van de drie onroerende zaken als volgt:
1. de woningen aan de [adres02] en [adres03] worden, binnen 5 dagen na datum vonnis, in verkoop gegeven aan [makelaar] , gevestigd aan de [adres04] , volgens het onderstaande spoorboekje:
2. de vraag- en laatprijs voor de woningen aan de [adres02] en [adres03] zal door [makelaar] na overleg met partijen worden bepaald, waarbij partijen een verkoopovereenkomst voor de woningen beogen binnen een termijn van drie maanden na datum vonnis. Mocht binnen deze termijn geen koopovereenkomst voor de woningen tot stand zijn gekomen dan zal conform het advies van de makelaar de vraag­/laatprijs worden herzien, overeenkomstig welk advies partijen behoren mee te werken aan een verkoop van de woningen;
3. partijen dienen alle adviezen en instructies van de verkopend makelaar op te volgen in verband met de verkoop van de woningen aan de [adres02] en [adres03] ;
4. de woningen aan de [adres02] en [adres03] dienen bij voorkeur binnen drie maanden na de door de koper(s) ondertekende koopovereenkomst, bij een door de koper(s) aan te wijzen notaris, door partijen aan de koper(s) te worden overgedragen/notarieel geleverd;
5. ieder van partijen dient op verzoek van de notaris een volmacht voor de overdracht/notariële levering van de woningen aan de [adres02] en [adres03] aan de koper(s) te ondertekenen;
6. de verkoopopbrengst van de woningen aan de [adres02] en [adres03] dient na aflossing van (het restant van) de hypotheekschulden, voldoening van de makelaarskosten, voldoening van de notariskosten en voldoening van eventuele andere verkoopkosten, tussen partijen te worden verdeeld, zodat ieder van partijen de helft van de (netto) verkoopopbrengst ontvangt;
7. het appartement [adres05] , dat al in verkoop is gegeven bij een makelaar in Engeland, wordt (verder) verkocht via het onderstaande spoorboekje:
8. de vraag- en laatprijs van het appartement [adres05] is door de makelaar in overleg met partijen bepaald, ook hier streven partijen naar verkoop binnen een termijn van bij voorkeur drie maanden na datum vonnis. Mocht binnen deze termijn geen koopovereenkomst voor het appartement tot stand zijn gekomen dan zal conform het advies van de makelaar de vraag­/laatprijs worden herzien, overeenkomstig welk advies partijen behoren mee te werken aan een verkoop van het appartement;
9. partijen dienen alle adviezen en instructies van de verkopend makelaar op te volgen in verband met de verkoop van appartement [adres05] ;
10. het appartement [adres05] dient bij voorkeur binnen drie maanden na de door de koper(s) ondertekende koopovereenkomst, bij een door de koper(s) aan te wijzen notaris, door partijen aan de koper(s) te worden overgedragen/notarieel geleverd;
11. ieder van partijen zal op eerste verzoek van de door de koper(s) aangewezen notaris meewerken aan de levering van het appartement [adres05] aan de koper(s);
12. de verkoopopbrengst van het appartement [adres05] dient, na voldoening van de makelaarskosten, de notariskosten en eventuele andere verkoopkosten, tussen partijen te worden verdeeld, zodat iedere partij de helft van de (netto) verkoopopbrengst ontvangt;
13. partijen zullen geen bedragen meer opnemen van de gezamenlijke rekening waarop de huurpenningen van het appartement te [plaats03] worden gestort, anders dan ter voldoening van de kosten in verband met het appartement en, in dat geval, na schriftelijke toestemming van beide partijen;
5.2.
gebiedt partijen om elkaar voor de periode vanaf de datum van dit vonnis tot aan het moment dat de aandelen in [gedaagde03] zullen zijn verkocht en geleverd (aan een der partijen of aan een derde), danwel [gedaagde03] zal zijn geliquideerd, danwel een splitsing van de vennootschap zal zijn bewerkstelligd, om de week de mogelijkheid te bieden om de volledige openingsuren van de praktijk als verantwoordelijk tandarts in [gedaagde03] werkzaam te zijn, met dien verstande dat de week dat de één de zorg heeft voor hun dochtertje de ander die week de praktijk mag draaien;
5.3.
gebiedt de partij die de betreffende week niet in de gelegenheid wordt gesteld om de praktijk te draaien om die betreffende week de praktijk niet te betreden,
5.4.
veroordeelt de partij die niet aan het gebod onder 5.3. voldoet om aan de andere partij een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag dat hij/zij niet aan het in 5.3. uitgesproken verbod voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt;
5.5.
gebiedt [gedaagden] om [eisers] onbelemmerde toegang te verschaffen tot de praktijkruimte van [gedaagde03] door hen sleutels te verschaffen van de sloten die door c.q. in opdracht van [gedaagden] zijn gewijzigd en [eisers] de meest recente alarmcodes te verschaffen, althans alle maatregelen te treffen die voor onbelemmerde toegang tot de praktijk nodig zijn en [eisers] onbelemmerde toegang te geven tot het systeem van de patiëntenzorg, genaamd Exquise, en deze toegang in stand te houden;
5.6.
veroordeelt [gedaagden] , voor het geval dat hij niet aan het in 5.5. uitgesproken gebod voldoet, om aan [eisers] een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere overtreding en € 1.000,00 voor iedere dag dat een overtreding voortduurt, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.7.
verbiedt partijen negatieve uitlatingen te doen over elkaar jegens derden, waaronder in het bijzonder patiënten en personeel, als ook uitlatingen te doen met de strekking dat de andere partij niet meer in de praktijk werkzaam zou zijn en/of niet meer daarin zou terugkeren;
5.8.
veroordeelt de partij die niet aan het verbod onder 5.7. voldoet om aan de andere partij een dwangsom te betalen van € 5.000,00 per overtreding, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt;
5.9.
benoemt voor de periode vanaf de datum van dit vonnis tot aan het moment dat de
aandelen in [gedaagde03] zullen zijn verkocht en geleverd (aan een der partijen of aan een derde), ofwel [gedaagde03] zal zijn geliquideerd, danwel een splitsing van de vennootschap zal zijn bewerkstelligd, de heer [naam] – danwel een andere door Movimento geselecteerde kandidaat – tot interim-bestuurder met doorslaggevende stem in de besluitvorming en bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de daartoe in de algemene vergadering van [gedaagde03] uit te brengen stemmen en het daartoe in die vergadering te nemen besluit en bepaalt dat de heer [naam] werkzaamheden mag verrichten tegen een uurtarief van maximaal € 163,00 exclusief BTW en dat de kosten ten laste komen van [gedaagde03] ,
5.10.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.11.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hermans en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2023.