Op 8 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een machinepistool en een patroonmagazijn met daarin 31 kogelpatronen. De verdachte, geboren in 2000 en momenteel gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Grave, werd bijgestaan door raadsman mr. J. van Rooijen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 25 oktober 2023, waarbij de officier van justitie, mr. P. Kuipers, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte werd beschuldigd van het samen met een ander voorhanden hebben van twee vuurwapens, twee patroonmagazijnen en meerdere kogelpatronen.
De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het machinepistool en het patroonmagazijn, dat in de auto werd aangetroffen. De verdachte had gedurende de rit van Sprang-Capelle naar Tilburg in de auto gezeten, waar het machinepistool en de munitie binnen handbereik lagen. De rechtbank achtte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van het voorhanden hebben van een handpistool, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij daarover beschikte.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en bepaalde dat de verdachte zich moet houden aan bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de risico's die het ongecontroleerde bezit van vuurwapens met zich meebrengt, en nam in overweging dat de verdachte eerder was veroordeeld voor een vergelijkbaar feit.