ECLI:NL:RBZWB:2023:7678

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
02-800974-13 en 02-665673-14
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van een illegale vreemdeling

Op 3 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een illegale vreemdeling, geboren in 1984. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De betrokkene verblijft momenteel in een tbs-instelling en heeft een complexe psychiatrische problematiek, waaronder schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een hoog recidiverisico bestaat indien de tbs-maatregel zou worden beëindigd zonder een adequaat repatriëringsplan. De betrokkene is sinds mei 2023 als ongewenst vreemdeling aangemerkt, wat complicaties met zich meebrengt voor zijn repatriëring naar Marokko. De rechtbank heeft de adviezen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen in overweging genomen, die allen hebben geadviseerd om de tbs-maatregel te verlengen. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid de verlenging van de tbs-maatregel eist. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de officier van justitie en de verdediging, waarbij de verdediging pleitte voor een kortere verlenging van de tbs-maatregel. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat een verlenging van twee jaar noodzakelijk is, met de mogelijkheid voor de officier van justitie om een vroegtijdige beëindiging van de tbs-maatregel te vorderen indien het repatriëringsplan eerder gereed is.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummers: 02-800974-13 en 02-665673-14
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 3 november 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984
thans verblijvende te [tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) te [plaats 1] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 8 september 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van 8 november 2021 tot en met 20 augustus 2023;
- het rapport van de tbs-instelling d.d. 23 augustus 2023, waarin het advies van de inrichting is vermeld, te weten verlenging van de tbs met twee jaar;
- het rapport van [psychiater] d.d. 16 juni 2023;
- het rapport van [psycholoog] d.d. 27 juli 2023.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 26 oktober 2017 is betrokkene wegens twee keer een poging tot moord, handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd en bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd, veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege. De Hoge Raad heeft bij arrest van 8 oktober 2019 het arrest van het gerechtshof vernietigd, maar uitsluitend voor de duur van de opgelegde gevangenisstraf en het beroep voor het overige verworpen.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 29 oktober 2019 aangevangen en bij beslissing van 4 november 2021 verlengd voor een termijn van twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 20 oktober 2023 is de officier van justitie, mr. L.J. den Braber, gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Petkovic, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht.
Voorts is [deskundige] , assistent behandelcoördinator, als deskundige gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

Volgens het rapport van de tbs-instelling is bij betrokkene sprake van meervoudige psychiatrische problematiek, bestaande uit schizofrenie, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een ongespecificeerde neurocognitieve stoornis. Daarnaast is sprake van een stoornis in cannabis- en alcoholgebruik, waarbij ten aanzien van alcohol sprake is van een vroege remissie.
Betrokkene is op 8 april 2021 opgenomen in de tbs-instelling. Sinds de plaatsing van betrokkene in deze instelling hebben zich meerdere incidenten voorgedaan met betrekking tot alcohol- en drugsgebruik. Voor wat betreft zijn behandeling, laat betrokkene een positieve lijn zien en is hij gemotiveerd om aan zijn traject deel te nemen. Betrokkene heeft een actieve houding en draagt bij aan een positieve sfeer op zijn afdeling. Er is geen agressief gedrag meer bij betrokkene waargenomen sinds zijn opname. Verder verlopen de verloven van betrokkene naar wens.
De tbs-instelling schat het recidiverisico in geval van beëindiging van de tbs-maatregel in als hoog. Daarnaast heeft betrokkene sinds mei 2023 definitief de status ongewenst vreemdeling, hetgeen betekent dat op den duur een repatriëring naar Marokko zal plaatsvinden en dat betrokkene tot aan zijn repatriëring nergens anders kan verblijven. Momenteel wordt de mogelijkheid tot klinische opname in Marokko onderzocht en betrokkene is bereid om mee te werken aan het opstellen van een repatriëringsplan. Op voorhand kan geen schatting worden gegeven van de duur van het opstellen van dit plan. De tbs-instelling adviseert daarom om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen. Indien binnen deze termijn een gedegen repatriëringsplan is opgesteld, kan de tbs-maatregel vroegtijdig worden beëindigd om vervolgens de repatriëring uit te voeren.
Ter zitting voert de [deskundige] aan dat betrokkene onlangs is betrapt op diefstal binnen de tbs-instelling. Dit incident heeft effect op de risicotaxatie en mogelijk ook op het repatriëringsplan. De verloven zijn tijdelijk stopgezet. Verder voert de deskundige aan dat er contact is met een kliniek in [plaats 2] en dat wordt onderzocht of deze kliniek geschikt is voor betrokkene. Het is pas recent mogelijk geworden om ongewenste vreemdelingen naar Marokko te repatriëren, waardoor niet kan worden ingeschat binnen welke termijn de repatriëring zal plaatsvinden.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

Zowel uit het rapport van psychiater als uit het rapport van de psycholoog blijkt dat bij betrokkene sprake is van schizofrenie, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een neurocognitieve stoornis. Bovendien is sprake van een stoornis in het gebruik van cannabis en alcohol, welke in langdurige remissie is. Betrokkene verblijft thans in een supportieve omgeving, is adequaat ingesteld op medicatie en blijft dankzij deze omgeving abstinent. Binnen deze omstandigheden wordt het risico op gewelddadig gedrag als laag ingeschat. Indien de tbs-maatregel wordt beëindigd zonder dat betrokkene is ingebed in zorg, wordt het risico op gewelddadig gedrag als hoog ingeschat.
Alvorens betrokkene naar Marokko kan worden gerepatrieerd, is het noodzakelijk om hem aldaar in te bedden in zorg, teneinde de risico’s te minimaliseren. De psychiater adviseert dan ook om de tbs-maatregel te verlengen tot het moment dat betrokkene volgens een adequaat repatriëringsplan kan worden overgedragen aan Marokko. Voor wat betreft de duur van de verlenging acht de psychiater de visie van de tbs-instelling leidend. Door de psycholoog wordt ten aanzien van de duur van de verlenging niet geadviseerd, nu nog niet bekend is binnen welk tijdspad betrokkene kan worden overgedragen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie voert aan dat uit de rapporten van de tbs-instelling, psychiater en psycholoog blijkt dat nog steeds sprake is van een stoornis en van risico’s die maken dat, in het kader van de algemene veiligheid, de tbs-maatregel moet voortduren. Gelet op het advies van de tbs-instelling, blijft de officier van justitie bij haar vordering de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen. Daarbij merkt de officier van justitie op dat indien het repatriëringsplan binnen deze twee jaar gereed is, het Openbaar Ministerie de rechtbank op grond van artikel 6:6:10b van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) zal vorderen de tbs-maatregel vroegtijdig te beëindigen zodat betrokkene kan worden overgedragen aan Marokko.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene verklaart ter zitting dat hij een verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar te lang vindt.
De verdediging heeft betoogd dat de tbs-maatregel met één jaar moet worden verlengd en voert daartoe aan dat op deze wijze meer druk op het opstellen van het repatriëringsplan wordt gelegd, zodat het plan met enige voortvarendheid tot stand komt. Bovendien wordt daarmee voorkomen dat de tbs-maatregel onnodig lang doorloopt indien het repatriëringsplan op kortere termijn gereed is.

7.Het oordeel van de rechtbank

Vooropgesteld wordt dat een tbs-maatregel met verpleging van overheidswege kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de verlenging van deze maatregel eist. Dit houdt concreet in dat het recidivegevaar nog aanwezig moet zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen concludeert de rechtbank dat bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Daarnaast is de rechtbank op basis van de stukken van oordeel dat sprake is van een hoog recidiverisico als het TBS-kader weg valt en er geen gedegen repatriëringsplan is opgesteld dat er in voorziet dat betrokkene goed wordt ingebed in de zorg en in de maatschappij van Marokko. Daarbij komt dat betrokkene tot aan de repatriëring niet elders kan verblijven gelet op zijn status als ongewenst vreemdeling.
De rechtbank stelt vast dat onduidelijk is binnen welke termijn de repatriëring van betrokkene naar Marokko kan plaatsvinden. Gelet op hetgeen is aangevoerd door de deskundigen, is naar het oordeel van de rechtbank de verwachting dat het repatriëringsplan niet binnen één jaar gereed is. De rechtbank is daarom van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar. Hierbij heeft de rechtbank betrokken dat indien het repatriëringsplan toch binnen deze twee jaar gereed is, de officier van justitie op grond van art. 6:6:10b Sv een vordering kan indienen tot vroegtijdige beëindiging van de tbs-maatregel teneinde betrokkene over te dragen aan Marokko.

8.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Veldhuizen, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. M. van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D. van Spelde en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 november 2023.
Mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.