Uitspraak
1.De stukken
2.De procesgang
24 oktober 2022 verlengd voor een termijn van één jaar.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 november 2023 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene. De betrokkene, geboren in 1961, verblijft momenteel in een zorginstelling en heeft een verstandelijke beperking. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat het recidiverisico als laag wordt ingeschat, mits de betrokkene voldoende zorg en begeleiding blijft ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene al enige tijd in de zorg is en dat de zorginstelling in staat is om de benodigde ondersteuning te bieden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het advies van de reclassering en de psycholoog, die beiden hebben geadviseerd om de tbs-maatregel niet te verlengen, maar in plaats daarvan een opname op basis van artikel 21 van de Wet zorg en dwang te overwegen. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen niet langer eist dat de tbs-maatregel wordt verlengd, aangezien de opname op basis van artikel 21 Wzd een adequate oplossing biedt voor de zorgbehoefte van de betrokkene. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.