10.De beslissing
-
spreekt verdachte vrijvan de in zaak B onder 1 en in zaak C onder 1 tenlastegelegde feiten;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
zaak A:Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
zaak B, feit 2:Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen;
zaak C, feit 2:Opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen
te duchten is;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 1 (één) jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie;
- beveelt de
plaatsingvan verdachte
in een inrichting voor jeugdigen;
Benadeelde partijen
zaak A
de vordering van [slachtoffer 3]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte, evenals de mededader(s), hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 3] (zaak A), € 5.000,00 (vijfduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 (nul) dagen gijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat verdachte, evenals de mededader(s), hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel door verdachte of de mededader(s) de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
de vordering van [slachtoffer 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 5.000,00 (vijfduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf
1 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte, evenals de mededader(s), hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2]
(zaak A), € 5.000,00 (vijfduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 (nul) dagen gijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat verdachte, evenals de mededader(s), hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel door verdachte of de mededader(s) de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
de vordering van [slachtoffer 4]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 5.000,00 (vijfduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf
1 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte, evenals de mededader(s), hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 4]
(zaak A), € 5.000,00 (vijfduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 (nul) dagen gijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat verdachte, evenals de mededader(s), hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel door verdachte of de mededader(s) de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
de vordering van [benadeelde]
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde] in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
zaak C, feit 2
de vordering van [slachtoffer 5]
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 5] in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 juli 2022 aan verdachte is opgelegd in de zaak onder parketnummer 21-005641-21
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
een jeugddetentie van 284 dagen;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis in zaak C op.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.W.G. de Beer, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. M.A.H. Kempen en mr. R. de Jong, (kinder-)rechters, in tegenwoordigheid van
mr. A.P.M. Philipsen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 2 november 2023.
Mr. Kempen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.