ECLI:NL:RBZWB:2023:7559

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
10538345 OV VERZ 23-3248 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • Mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging tot verwerping van een nalatenschap namens een minderjarige

Op 31 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een civiele zaak betreffende de verwerping van een nalatenschap namens een minderjarige. Het verzoekschrift, ingediend door Axent Notarissen namens de verzoekers, werd op 30 mei 2023 ingediend en op 21 juni 2023 aangevuld. De verzoekers, die de wettelijke vertegenwoordigers zijn van de minderjarige, vroegen om machtiging om de nalatenschap van de overledene te verwerpen. De overledene, die op [datum] 2023 in [plaats 1] is overleden, had verzoeker 1 tot de nalatenschap geroepen. Verzoeker 1 heeft het voornemen om de nalatenschap te verwerpen, wat betekent dat de minderjarige mogelijk bij plaatsvervulling zal erven. De rechtbank heeft, gelet op de omstandigheden en de toelichting in het verzoekschrift, besloten om de gevraagde machtiging voorwaardelijk te verlenen. De kantonrechter heeft de verzoekers gemachtigd om de nalatenschap te verwerpen zodra de minderjarige tot die nalatenschap wordt geroepen. De beschikking is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 oktober 2023, in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaaknummer: 10538345 \ OV VERZ 23-3248
beschikking d.d. 31 oktober 2023 op een verzoek ex artikel 4:193 lid 1 BW
ingediend door:
Axent Notarissen, gevestigd te Terneuzen, namens:

1.[verzoeker 1] ,

2.
[verzoeker 2],
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers.

1.Het verzoek en de beoordeling

1.1.
Ter griffie van deze rechtbank werd op 30 mei 2023 een verzoekschrift met bijlage(n) ontvangen. Op 21 juni 2023 is een aanvulling op dit verzoekschrift ontvangen. Het verzoek strekt ertoe de machtiging van de kantonrechter te verkrijgen om namens de hierna genoemde minderjarige een nalatenschap te kunnen verwerpen.
1.2.
Uit het verzoekschrift volgt dat op [datum] 2023 te [plaats 1] is overleden
[erflater], geboren te [plaats 2] op [geboortedag 1] 1958, laatstelijk gewoond hebbend te [plaats 1] .
1.3.
Uit het verzoekschrift volgt verder dat
[verzoeker 1]tot de nalatenschap van de overledene is geroepen en dat hij, om redenen als vermeld in het verzoekschrift, het voornemen heeft die nalatenschap te verwerpen. Zodra hij dit heeft gedaan erft de minderjarige van wie verzoekers de wettelijke vertegenwoordigers zijn, mogelijk bij plaatsvervulling. Daarvan uitgaande en gelet op de gegeven toelichting op het verzoek is er aanleiding om de gevraagde machtiging – voorwaardelijk – te verlenen.
1.4.
Op grond van artikel 4:193 lid 1 BW dienen verzoekers zich binnen drie maanden nadat de minderjarige erfgenaam wordt (als gevolg van de verwerping van de nalatenschap door
[verzoeker 1]met deze machtiging tot de rechtbank van de laatste woonplaats van de overledene te wenden om de verwerping van de nalatenschap te bewerkstelligen.
2. De beslissing
De kantonrechter:
verleent verzoekers in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2021,
machtiging om de nalatenschap van de hierboven genoemde overledene te verwerpen (op de in rechtsoverweging 1.4. weergegeven wijze) zodra deze minderjarige tot die nalatenschap wordt geroepen.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van den Boom, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 oktober 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 'sHertogenbosch.