Uitspraak
mede handelende onder de naam
FBTO,
1.De procedure
- het extract audiëntieblad van de rolzitting van 28 juni 2023, waaruit de conclusie van antwoord blijkt, met producties;
- de akte van FBTO tevens houdende wijziging grondslag van eis, met producties;
- het extract audiëntieblad van de rolzitting van 26 juli 2023, waaruit de antwoordakte van [gedaagde] blijkt.
2.De feiten
De maandelijkse premie bedroeg € 86,90.
3.Het geschil
20 februari 2021 tot 21 april 2021 te veel premie had betaald. Daarom besloot FBTO het vermeende te veel betaalde van € 176,70 over te maken aan [gedaagde] . Dat heeft zij gedaan op 16 april 2021. Later bleek echter dat [gedaagde] de betalingen van € 86,90 op 22 februari 2021 en op 22 maart 2021 via automatische incasso op dezelfde dagen had laten storneren.
4.De beoordeling
Dit betekent dat is komen vast te staan dat FBTO twee maal een bedrag van € 86,90, zijnde € 173,80, onverschuldigd heeft betaald aan [gedaagde] .
€ 10,59, is op grond van artikel 119 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) toewijsbaar.
€ 10,59
FBTO heeft het vervolgens door haar ingediende stuk aangeduid als conclusie van repliek, maar de door de kantonrechter bepaalde duiding van het processtuk is leidend. Daarom is voor de akte slechts 0,5 punt (in plaats van 1 punt) toegekend.