Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor:
- de aantekening van het mondelinge vonnis van de politierechter van 19 januari 2023 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 7 januari 2023 in verzekering is gesteld, op 9 januari 2023 in bewaring is gesteld en op 19 januari 2023 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
in verzekering en in voorlopige hechtenisgezeten, waarvan de in verzekering op het politiebureau en de voorlopige hechtenis in het Huis van Bewaring. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 1.360,00. De rechtbank wijst overige deel van dit verzoek af.
€ 340,00voor het indienen van het verzoekschrift zal worden toegekend.
3.De beslissing
€ 1.360,00, bestaande uit de kosten voor ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis;
€ 1.700,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Van Asselt & Broere Strafrechtadvocaten, onder vermelding van “Dossier [verzoeker]/OM 02-006572-23”.