Uitspraak
Het Loopje B.V., uit Breda, verzoekster,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, college,
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
buitenhet bouwvlak van het ontwerp wijzigingsplan.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek van Het Loopje B.V. om een voorlopige voorziening te treffen tegen een last onder dwangsom (LOD) die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda is opgelegd. De LOD, die op 3 juli 2023 is vastgesteld, verplichtte verzoekster om bepaalde bebouwing te verwijderen, met een begunstigingstermijn tot 4 oktober 2023. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze LOD en heeft verzocht om de begunstigingstermijn op te schorten, wat door het college is afgewezen in een besluit van 28 september 2023. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 oktober 2023 behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar directeur en gemachtigde, en de milieuverenigingen als derde partijen aan de zaak deelnamen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoekster niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen het bestreden besluit I, maar dat het verzoek om schorsing van het bestreden besluit II ontvankelijk is. De voorzieningenrechter weegt de belangen van verzoekster, die stelt dat de uitvoering van de LOD zou leiden tot onredelijke schade en kapitaalvernietiging, tegen de belangen van het college en de milieuverenigingen. De voorzieningenrechter concludeert dat het college aanleiding had moeten zien om de begunstigingstermijn op te schorten of te verlengen, gezien de omstandigheden en de mogelijkheid van legalisering van de bebouwing.
Uiteindelijk besluit de voorzieningenrechter om de begunstigingstermijn te verlengen tot 1 april 2024, en veroordeelt het college tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht. Deze uitspraak is gedaan op 27 oktober 2023 door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.