De tbs-instelling heeft in haar rapport geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar.
Zij verwijst daarin naar een eerdere Pro Justitia rapportage waaruit volgt dat [veroordeelde] een zwakbegaafde man is bij wie sprake is van een psychotische stoornis door cocaïne,
een stoornis in het gebruik van cocaïne en alcohol, beide in remissie in een gereguleerde omgeving. Tevens is beschreven dat [veroordeelde] op 30 december 2022 is geplaatst in [tbs-instelling] op de [afdeling 1] . Deze plaatsing verliep in beginsel goed, maar vanaf februari 2023 werd de antisociale kant van [veroordeelde] meer zichtbaar. Naar aanleiding daarvan staakte veroordeelde in overleg met zijn psychiater begin maart 2023 de inname van het medicijn lorazepam. Gevolg was dat [veroordeelde] achterdochtig, angstig en somber werd, zijn motivatie voor het volgen van zijn blokken verslechterde, dat hij minder consequent urine voor de drugs screening (UDS) inleverde en dwingender in zijn contacten werd. Daarop werd de dosering van Quetiapine opgehoogd, met als gewenst resultaat dat [veroordeelde] minder achterdochtig, angstig en somber werd.
Op 2 mei 2023 is [veroordeelde] overgeplaatst naar de [afdeling 2] . Daar volgt hij zijn blokken en therapieën trouw en levert hij zijn UDS in. Hij stelt zich begeleidbaar op. Tijdens groepsmomenten die hij als intensief en minder interessant of relevant beschouwd, zoals een therapiegroep in het kader van risicomanagement (RMG), is waar te nemen dat [veroordeelde] snel is afgeleid en dat zijn inhoudelijke bijdragen de plank mis slaan.
Hij is inmiddels gestart met therapeutische gesprekken vanuit cognitieve gedragstherapie, die erop gericht zijn om hem te ondersteunen, zijn problematiek en risicofactoren inzichtelijk te krijgen en om deze beter onder controle te krijgen. Daarnaast is de behandeling voor het middelengebruik opgestart.
Verder wordt er binnen de instelling psychologisch onderzoek gedaan om de oorzaken en gevolgen van middelengebruik te onderzoeken, waarbij gekeken wordt of langdurig cocaïnegebruik inderdaad de oorzaak is van de psychotische problematiek (angst en achterdocht). Eveneens wordt er gekeken naar de mogelijke rol van hechtingsproblematiek en/of een persoonlijkheidsstoornis. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen worden meegenomen in de Delict Analyse (DA).
Zonder extern risicomanagement bestaat volgens de instelling een hoog recidiverisico, nu zij de kernproblematiek die ten grondslag ligt aan het indexdelict nog actueel acht.
De koers en prognose laten zich nog lastig bepalen in deze fase van zijn traject, nu [veroordeelde] aan het begin van zijn behandeling staat. De instelling verwacht dat het resocialisatietraject nog tenminste twee jaar in beslag zal nemen. Gedurende deze periode zal aandacht worden besteed aan het psychodiagnostisch onderzoek, het uitwerken van de DA en het inzetten/continueren van gerichte therapieën. Daarnaast moet hij nog de fasen van begeleid, onbegeleid en transmuraal verlof doorlopen. Het uitstroomdoel is nog niet bepaald. Dit is afhankelijk van het behandelverloop.