ECLI:NL:RBZWB:2023:7445

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
26 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/403143/ HA ZA 22-598 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Fleskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van facturen en vermeend ronselen van werknemers door voormalige werknemer en opdrachtgevers

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap LTE NETHERLANDS B.V. en de besloten vennootschappen MTHODE B.V. en andere gedaagden. LTE vorderde terugbetaling van door haar betaalde facturen aan Mthode, alsook schadevergoeding wegens vermeend ronselen van werknemers door gedaagden. LTE stelde dat Mthode geen of onvoldoende werkzaamheden had verricht en dat er geen onderbouwing was voor de facturen. Daarnaast beschuldigde LTE gedaagden van het ronselen van personeel, waarbij vertrouwelijke informatie zou zijn gebruikt. De rechtbank oordeelde dat LTE niet voldoende bewijs had geleverd voor haar claims. De vordering tot terugbetaling van de facturen werd afgewezen, omdat LTE de betalingen had verricht op basis van een geldige overeenkomst. Ook de beschuldigingen van onrechtmatige daad en wanprestatie werden afgewezen, omdat er geen bewijs was dat gedaagden vertrouwelijke informatie hadden gebruikt of dat er sprake was van wanprestatie. LTE werd veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: C/02/403143 / HA ZA 22-598
Vonnis van 25 oktober 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid LTE NETHERLANDS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: LTE,
advocaat: mr. R. Sinke te Rotterdam,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MTHODE B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te Dinteloord,
advocaat: mr. B.A. Boer te 's-Gravenhage,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. B.A. Boer te s-Gravenhage,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. L.P. Quist te Dordrecht,
gedaagde partijen,
hierna gezamenlijk te noemen: Mthode c.s. en afzonderlijk Mthode, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] .

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 februari 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de mondelinge behandeling van 7 september 2023 en de door LTE overgelegde spreekaantekeningen.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
  • LTE is een dochteronderneming van de in 2000 opgerichte Oostenrijkse spoorwegonderneming LTE Logistik- und Transport GmbH en houdt zich bezig met spoorwegvervoer.
  • Mthode is een adviesbureau op het gebied van sales binnen de logistieke sector. [gedaagde sub 2] is indirect (via de vennootschap D&ZN Holding BV) aandeelhouder en bestuurder van Mthode.
- [gedaagde sub 3] was sinds 2012 in dienst van LTE, eerst als [functie 1] en later als [functie 2] . Sinds 1 maart 2020 was [gedaagde sub 3] benoemd tot statutair directeur en heeft daarmee de heer [naam 1] vervangen.
- In de arbeidsovereenkomst van [gedaagde sub 3] met LTE is een geheimhoudingsbeding opgenomen.
  • Vanaf september 2020 voerde de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ) financieel interim management uit voor LTE en met ingang van 1-1-2022is [naam 2] ook tot de directie benoemd en eindverantwoordelijk directeur.
  • Medio augustus 2021 hebben LTE en Mthode een overeenkomst van opdracht gesloten voor commerciële advisering van LTE, bestaande uit onder andere het opzetten en advies van nieuwe spoorverbindingen en business development. In de overeenkomst is een geheimhoudingsbeding opgenomen.
- In de periode van 1 oktober 2021 tot en met 1 december 2021 heeft Mthode drie facturen gestuurd aan LTE van totaal € 12.523,99 voor advieswerkzaamheden en een kilometervergoeding. Die facturen zijn door LTE betaald.
  • Gedurende een eerdere periode, van juli 2015 tot 2018, was [gedaagde sub 2] namens Mthode ook werkzaam voor LTE voor het binnenhalen van nieuwe klanten voor nieuwe transporten.
  • Op 21 december 2021 heeft [gedaagde sub 3] aan LTE medegedeeld dat zij ontslag neemt - met inachtneming van de opzegtermijn van twee maanden - per 1 maart 2022.
  • Omstreeks februari 2022 heeft [naam 2] aan [gedaagde sub 2] gevraagd om de door hem in 2021 verrichte werkzaamheden te specificeren. Als reactie hierop heeft [gedaagde sub 2] medegedeeld dat hij geen verantwoording hoeft af te leggen voor werkzaamheden en uren en dat dit is afgesproken met [gedaagde sub 3] .
- Per 1 maart 2022 is [gedaagde sub 3] net als nog 13 andere werknemers van LTE in dienst getreden bij de door [gedaagde sub 2] opgerichte vennootschap [bedrijf 1] BV (hierna: [bedrijf 1] ).

3.Het geschil

3.1
LTE vordert dat bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Mthode c.s. hoofdelijk wordt veroordeeld om aan haar te betalen een bedrag van € 12.523,99 en de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding;
voor recht wordt verklaard dat de gedragingen van Mthode, [gedaagde sub 2] en/of [gedaagde sub 3] een toerekenbare tekortkoming en/of onrechtmatige daad jegens LTE opleveren;
en Mthode, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] in de kosten van de procedure worden veroordeeld.
3.2
LTE legt aan haar vorderingen – samengevat – ten grondslag dat Mthode c.s. de betaalde facturen dient terug te betalen omdat er geen onderbouwing is gegeven van feitelijk verrichte werkzaamheden en/of prestaties en gedeclareerde reisonkosten. Daarnaast stelt LTE dat [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben samengespannen om personeel te ronselen bij LTE voor hun eigen activiteiten. LTE stelt dat [gedaagde sub 3] aan [gedaagde sub 2] een top 10 van beste machinisten van LTE heeft verstrekt om ze te benaderen waardoor er sprake is van het stelselmatig afbreken van het bedrijfsdebiet en de bedrijfsvoering van LTE. Door de gegevens te verstrekken is er volgens LTE wanprestatie gepleegd onder de arbeidsovereenkomst respectievelijk de overeenkomst van opdracht dan wel onrechtmatig gehandeld waardoor er aansprakelijkheid is voor geleden schade.
3.3
Mthode en [gedaagde sub 2] voeren verweer en concluderen tot ontzegging van de vorderingen van LTE en veroordeling van LTE in de proceskosten, vermeerderd met de nakosten en wettelijke rente. Mthode en [gedaagde sub 2] voeren – samengevat – aan dat er mondelinge verantwoording werd afgelegd aan [gedaagde sub 3] van de verrichte werkzaamheden. Verder voeren zij aan dat een schriftelijke verantwoording in 2021 niet is overeengekomen en in het verleden ook niet werd gegeven. Mthode en [gedaagde sub 2] betwisten dat er sprake is van het ronselen van werknemers van LTE. [gedaagde sub 2] kende veel betrokken werknemers al lang door zijn eerdere detacheringsbedrijf [bedrijf 2] en andere activiteiten in de branche en anderen zijn door collega’s met hem in contact gebracht of na eigen onderzoek. Daarnaast voeren Mthode en [gedaagde sub 2] aan dat LTE juist accepteerde dat Mthode/ [gedaagde sub 2] ook voor andere partijen actief is en dat het duurzaam bedrijfsdebiet van LTE niet is aangetast. [bedrijf 1] is volgens Mthode en [gedaagde sub 2] ook geen concurrent van LTE.
3.4
[gedaagde sub 3] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van LTE in haar vorderingen, althans haar deze te ontzeggen met veroordeling van LTE in de kosten van de procedure, waaronder de nakosten. [gedaagde sub 3] voert – samengevat – aan dat zij niet met [gedaagde sub 2] heeft samengespannen om personeel te ronselen bij LTE en zij geen nieuwe activiteiten heeft met [gedaagde sub 2] , maar daar slechts in loondienst is. [gedaagde sub 3] betwist ook dat zij [gedaagde sub 2] een lijst van machinisten heeft verstrekt en dat zij tekort is geschoten in verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. [gedaagde sub 3] voert aan dat zij niet gehouden is tot specificatie van de facturen en [gedaagde sub 2] heeft gewerkt op een wijze waarop hij altijd werkte voor LTE en die LTE goedkeurde. De vordering tot terugbetaling moet volgens [gedaagde sub 3] daarom worden afgewezen.

4.De beoordeling

Terugbetaling facturen
ten aanzien van Mthode
4.1
LTE legt aan de vordering tot terugbetaling van de facturen ten aanzien van Mthode primair wanprestatie en subsidiair onverschuldigde betaling ten grondslag.
Wanprestatie
4.2
LTE stelt dat er door Mthode geen of vrijwel geen werkzaamheden zijn uitgevoerd. Mthode betwist dat er geen werkzaamheden zijn verricht en voert aan dat er een afspraak is gemaakt met LTE dat er acht uur per week zou worden gedeclareerd voor het acquireren voor nieuwe business en dat die opdracht door haar ook is uitgevoerd. Daarnaast voert Mthode aan dat afgesproken is dat er een vaste reiskostenvergoeding zou worden betaald.
4.3
De rechtbank is van oordeel dat indien een partij zich op wanprestatie beroept dat er niet toe leidt dat die partij dan van zijn betalingsverplichting wordt bevrijd. Vereist is dat er aan het beroep op wanprestatie uitdrukkelijk een rechtsgevolg wordt verbonden waarbij onder andere kan worden gedacht aan ontbinding van de overeenkomst en/of (vervangende) schadevergoeding. Hier heeft LTE die keuze niet gemaakt en zich niet beroepen op een dergelijk rechtsgevolg. Hierdoor kan het standpunt van LTE met betrekking tot de wanprestatie geen grond zijn voor terugbetaling van de facturen.
Onverschuldigde betaling
4.4
Het beroep op onverschuldigde betaling geeft hier naar het oordeel van de rechtbank ook geen grond voor terugbetaling. Vast staat namelijk dat LTE de facturen heeft betaald op grond van de met Mthode gesloten overeenkomst. Hierdoor zijn de betalingen met een rechtsgrond verricht en is er geen sprake van een situatie dat de verbintenis later is vervallen.
4.5
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering tot terugbetaling van de facturen zal worden afgewezen. Daarbij merkt de rechtbank op dat uit de door Mthode overgelegde facturen blijkt dat zij in het verleden op eenzelfde wijze heeft gehandeld en steeds 8 uur per week met reiskostenvergoeding aan LTE factureerde. Niet gesteld of gebleken is dat LTE daar toen tegen heeft geprotesteerd en/of dat Mthode toen een verplichting had om werkzaamheden schriftelijk te specificeren. Verder blijkt uit de huidige overeenkomst ook geen verplichting tot het specificeren en evenmin bestaat er een wettelijke plicht tot het schriftelijk specificeren. Mthode kon volstaan met de mondelinge toelichting op de facturen zoals zij stelt te hebben gegeven aan de toenmalige bestuurder [gedaagde sub 3] .
ten aanzien van [gedaagde sub 2]
Onrechtmatige daad4.6 LTE legt aan haar vordering tot terugbetaling jegens [gedaagde sub 2] een onrechtmatige daad ten grondslag en stelt dat [gedaagde sub 2] als bestuurder aansprakelijk is. Als uitgangspunt heeft echter te gelden dat wanneer een vennootschap tekort schiet in de nakoming van verplichtingen alleen de vennootschap aansprakelijk is en een bestuurder slechts onder bijzondere omstandigheden waarbij de bestuurder een persoonlijk en ernstig verwijt valt te maken. Niet gesteld of gebleken is dat daarvan sprake is. De vordering zal jegens [gedaagde sub 2] dan ook worden afgewezen.
ten aanzien van [gedaagde sub 3]
Onbehoorlijke taakvervulling
4.7
Ter zitting heeft LTE gesteld dat de grondslag van [gedaagde sub 3] tot terugbetaling van de facturen is dat zij haar taak als bestuurder niet behoorlijk heeft vervuld (artikel 2:9 BW). Dit omdat [gedaagde sub 3] niet beoordeeld zou hebben of er tegenover de facturen werkzaamheden staan. [gedaagde sub 3] voert aan dat het eerst ter zitting aanvoeren van de grond te laat en in strijd is met de goede procesorde en dat deze grond daarom buiten beschouwing dient te worden gelaten. De rechtbank gaat aan dit bezwaar van [gedaagde sub 3] voorbij. Dit omdat [gedaagde sub 3] ter zitting op de grondslag heeft gereageerd en (onder meer) heeft aangevoerd dat er wel gewerkt is door [gedaagde sub 2] , dat er vertrouwen was en zij niet de indruk hoefde te hebben dat de facturen niet klopten. Door het voeren van verweer kan niet geconcludeerd worden dat er sprake is van strijd met de goede procesorde.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat LTE onvoldoende heeft onderbouwd waarom [gedaagde sub 3] als bestuurder van LTE aansprakelijk is. Zoals eerder overwogen was de wijze van handelen en factureren door Mthode in eerdere jaren gebruikelijk bij LTE en valt niet in te zien waarom dit voor de drie facturen in 2021 anders is en [gedaagde sub 3] anders had moeten handelen. De vordering zal als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
Ronselen van medewerkers
ten aanzien van MthodeWanprestatie
4.9
LTE stelt primair dat Mthode toerekenbaar tekort is geschoten in de tussen LTE en Mthode gesloten overeenkomst van opdracht omdat [gedaagde sub 2] de werknemers van LTE in november/december 2021 heeft benaderd met de vraag voor hem te komen werken en daarbij gebruik is gemaakt van gegevens van LTE en/of een door [gedaagde sub 3] verstrekte lijst met de 10 beste machinisten. Volgens LTE heeft Mthode hierdoor het geheimhoudingsbeding (artikel 9 van voornoemde overeenkomst) geschonden en zich niet als goed opdrachtnemer gedragen. LTE legt ter onderbouwing drie verklaringen over van werknemers van LTE die benaderd zijn door [gedaagde sub 2] en niet naar [bedrijf 1] over zijn gegaan.
4.1
Mthode erkent dat [gedaagde sub 2] werknemers van LTE benaderd heeft, maar betwist dat gebruik is gemaakt van gegevens van LTE en/of [gedaagde sub 3] . Mthode voert aan dat [gedaagde sub 2] al een aantal werknemers kende voordat hij voor LTE werkzaamheden ging verrichten. Daarnaast heeft hij werknemers benaderd via Linkedin en [gedaagde sub 2] heeft gegevens van mogelijk geïnteresseerden via andere werknemers van LTE gekregen. Mthode legt ter onderbouwing zes verklaringen over van werknemers van LTE die zijn overgegaan naar [bedrijf 1] .
4.11
De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde sub 2] voor het benaderen van werknemers gebruik heeft gemaakt van gegevens van LTE die zouden vallen onder artikel 9 van de overeenkomst van opdracht. LTE heeft tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door Mthode niet voldoende onderbouwd dat er gebruik is gemaakt van gegevens afkomstig van LTE en/of [gedaagde sub 3] . Uit de door LTE overgelegde verklaringen van [naam 3] en [naam 4] (producties 13 en 14 dagvaarding) kan dat niet worden afgeleid. Daarin staat enkel dat werknemers gebeld zijn op hun werktelefoon en er een vermoeden is dat [gedaagde sub 3] die gegevens heeft verstrekt, maar dat enkele vermoeden is onvoldoende. In de verklaring van [naam 5] (productie 15 dagvaarding) staat weliswaar dat [gedaagde sub 2] een lijstje heeft gekregen van 10 beste machinisten van [gedaagde sub 3] (hetgeen [gedaagde sub 2] kennelijk in het gesprek heeft gezegd), maar dit hebben Mthode en [gedaagde sub 2] betwist en een verdere toelichting hierop door LTE is vervolgens uitgebleven. Dit had gezien de motiveringen van Mthode over hoe [gedaagde sub 2] met de betreffende werknemers in contact kwam wel verwacht mogen worden. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat Mthode gebruik heeft gemaakt van een lijst van machinisten die hij zou hebben gekregen van [gedaagde sub 3] en ook niet dat hij gebruik heeft gemaakt van vertrouwelijke informatie die hij vanuit zijn opdracht bij LTE zou hebben gekregen. Van schending van het geheimhoudingsbeding is dan ook niet gebleken. De rechtbank vindt het niet heel sjiek van [gedaagde sub 2] om de werknemers van LTE te benaderen voor een overstap (in de aantallen die hij heeft gedaan), maar het ronselen van werknemers door [gedaagde sub 2] voor een van zijn bedrijven houdt geen verband met zijn werkzaamheden voor LTE en de daarbij behorende zorgplicht. LTE beroept zich nog op het naar redelijkheid en billijkheid gedragen van partijen als bedoeld in artikel 6:248 lid 1 BW, maar dat beroep slaagt niet. Niet gesteld en gebleken is namelijk dat de overeenkomst een leemte bevat die door de eisen van redelijkheid en billijkheid moet worden ingevuld. Op grond van het voorgaande is er onvoldoende grond om de gevorderde verklaring voor recht dat Mthode toerekenbaar tekort is geschoten in verplichtingen uit de overeenkomst toe te wijzen. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
Ten aanzien van Mthode en [gedaagde sub 2]
Onrechtmatige daad
4.12
Subsidiair stelt LTE dat er sprake is van onrechtmatige mededinging dan wel een onrechtmatige daad van Mthode en [gedaagde sub 2] . Bij de beoordeling van deze grondslag stelt de rechtbank voorop dat er geen relatie- of concurrentiebeding geldt, zodat het Mthode en/of [gedaagde sub 2] in beginsel vrij staat om een voormalige opdrachtgever te beconcurreren, ook wanneer laatstgenoemde daarvan nadeel ondervindt. Bijkomende omstandigheden kunnen wel tot onrechtmatigheid leiden. Volgens vaste rechtspraak geldt voor werknemers dat van ongeoorloofde concurrentie in beginsel eerst sprake is wanneer voldaan is aan drie vereisten, te weten a) het stelselmatig en substantieel afbreken van b) het duurzame bedrijfsdebiet van de voormalige werkgever, dat de voormalige werknemer in het kader van de arbeidsovereenkomst mee heeft helpen opbouwen c) met de hulpmiddelen die hij daartoe vertrouwelijk van zijn voormalige werkgever ter beschikking kreeg (HR 9 december 1955, ECLI:NL:HR:1955,47 Boogaard/Vesta). In het algemeen wordt dus de concurrentie van een voormalige werknemer jegens zijn voormalige werkgever pas dan als onrechtmatig beoordeeld indien is voldaan aan deze drie vereisten. Deze vereisten lenen zich voor overeenkomstige toepassing indien sprake is van voormalige zakenpartners.
4.13
De rechtbank is van oordeel dat de discussie tussen partijen of LTE en [bedrijf 1] concurrenten zijn hier in het midden kan worden gelaten. Er kan namelijk ook sprake zijn van oneerlijke concurrentie als werving van werknemers van LTE door de opgerichte onderneming [bedrijf 1] onrechtmatig moet worden geacht. Dan moet echter wel sprake zijn van bij LTE verkregen vertrouwelijke gegevens en daarvan is zoals eerder is overwogen geen sprake. Hierdoor is er geen sprake van onrechtmatige mededinging of een onrechtmatige daad gepleegd door Mthode en/of [gedaagde sub 2] . Dat betekent dat er onvoldoende grond is om de gevorderde verklaring voor recht dat Mthode en [gedaagde sub 2] een onrechtmatige daad plegen jegens Mthode en [gedaagde sub 2] toe te wijzen. Deze vordering zal worden afgewezen.
Ten aanzien van [gedaagde sub 3]
Wanprestatie
4.14
LTE stelt dat [gedaagde sub 3] wanprestatie heeft gepleegd door overtreding van het geheimhoudingsbeding. Van het door [gedaagde sub 3] delen van vertrouwelijke gegevens van LTE is zoals hiervoor onder 4.11 overwogen echter niet gebleken. Ook wordt het door LTE jegens [gedaagde sub 3] gedane beroep om zich naar redelijkheid en billijkheid te gedragen afgewezen op grond van hetgeen onder 4.11 is overwogen. Er is dan ook onvoldoende grond voor toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde sub 3] toerekenbaar tekort is geschoten. Deze vordering jegens [gedaagde sub 3] zal worden afgewezen.
Onrechtmatige daad4.15 Ook stelt LTE dat [gedaagde sub 3] onrechtmatig heeft gehandeld door het actief benaderen van werknemers van LTE met vertrouwelijke gegevens van het personeel. Deze grondslag slaagt jegens [gedaagde sub 3] niet nu zij geen werknemers heeft benaderd en eerder is overwogen dat het delen van vertrouwelijke gegevens door haar niet is komen vast te staan. De gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde sub 3] een onrechtmatige daad heeft gepleegd wordt dan ook afgewezen.
Proceskosten
4.16
LTE is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Mtode en [gedaagde sub 2] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
1.296,00
( 2 punten x € 598,00)
- nakosten
173,00
(plus € 90,00 en betekeningskosten als niet tijdig wordt betaald en het vonnis aan Mthode en [gedaagde sub 2] wordt betekend)
Totaal
4.306,00
4.17
LTE zal ook in de verhouding tot [gedaagde sub 3] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [gedaagde sub 3] worden als volgt vastgesteld:
- griffierecht
1.301,00
- salaris advocaat
1.296,00
( 2 punten x € 598,00)
- nakosten
173,00
(plus € 90,00 en betekeningskosten als niet tijdig wordt betaald en het vonnis aan Mthode en [gedaagde sub 2] wordt betekend)
Totaal
2.770,00
4.18
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en nakosten worden toegewezen als vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1
wijst de vorderingen van LTE af,
5.2
veroordeelt LTE in de proceskosten, aan de zijde van Mthode en [gedaagde sub 2] tot dit vonnis vastgesteld op € 4.306,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet LTE € 90,00 extra betalen, plus de kosten van de betekening,
5.3
veroordeelt LTE in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde sub 3] tot dit vonnis vastgesteld op € 2.770,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet LTE € 90,00 extra betalen, plus de kosten van de betekening,
5.4
LTE is de wettelijke rente verschuldigd als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten jegens Mthode en [gedaagde sub 2] als deze niet binnen veertien dage na aanschrijving zijn voldaan,
5.5
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Fleskens en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2023.