ECLI:NL:RBZWB:2023:7418
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake schorsing rijbewijs
Op 25 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van het CBR van 11 juli 2023, waarin de geldigheid van zijn rijbewijs was geschorst. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
Volgens artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) was een zitting niet noodzakelijk. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de Awb een verplichting tot betaling van griffierecht bevat, zoals vastgelegd in artikel 8:82 in samenhang met artikel 8:41 van de Awb. De verzoeker was bij aangetekende brief van 5 oktober 2023 geïnformeerd over deze verplichting en kreeg de kans om het griffierecht binnen twee weken te betalen.
Echter, de voorzieningenrechter constateerde dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen. Hierdoor werd het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft dan ook besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.